Openbaring 7,9-17

 


gekomen uit de grote verdrukking

9
Na die dingen keek ik en zie,
een grote menigte, die niemand kon tellen,
uit alle natie en stammen en volken en tongen,
staande voor het aangezicht van de troon
en voor het aangezicht van het bokje1,
omkleed met witte stola’s
en palmtakken in hun handen.
10
Zij riepen met grtote stem, zij zeiden:
De redding is aan onze God
die zit op de troon en aan het bokje!”
11
Alle engelen stonden in een kring om de troon
en de oudsten en de vier levenden.
Zij vielen neer voor het aangezicht van de troon op hun gezichten
en zij aanbaden God en zeiden:
12
“Amen! Zegen, glorie, wijsheid,
dankzegging, eer, kracht en sterkte
aan onze God tot de eeuwen der eeuwen. Amen!
13
Eén uit de oudsten antwoordde, hij zei mij:
Die omkleed zijn met witte stola’s,
wie zijn zij en waar komen zij vandaan?”
14
Ik heb hem gezegd: Mijn heer, jij weet het.
Hij zei mij: Dezen zijn gekomen uit de grote verdrukking
en zij hebben hun stola’s gewassen en
hebben ze wit gemaakt in het bloed van het bokje.
15
Daarom zijn zij voor het aangezicht van de troon van God
en brengen hem eer dag en nacht in zijn heiligdom.
Hij die op de troon zit, zal hen overhuiven.
16
Geen honger zullen zij hebben, noch dorst;
noch zal de zon of enige hitte op hen vallen2,
17
omdat het bokje, midden op de troon,
hen zal weiden en zal leiden naar de waterbronnen van het leven3
God zal alle tranen van hun ogen afwissen4 .
 

Noten

  1. Naatsepad: Hamel↩︎

  2. Jes49:10↩︎

  3. Ps23:2↩︎

  4. Jes25:8↩︎

Scroll naar boven