1 | atsal=? Op grond van Jes 41:9 kan men aan 'verte' denken, of aan Bet Hasaël (Micha 1,11) |
2 | Hemelse hofhouding. Voorts tweede persoon 'u'; te begrijpen als uitroep van de auteur op grond van 'mijn god'. |
3 | Vijf maal: we-hayah! |
4 | De eenvoudigste oplossing om deze twee raadselachtige woorden te lezen is de emendatie yeqarot > qaroet [koude , vgl. NRSV 'cold and frost'; dus ook volgens de qeré], maar het kan ook anders. Buber: 'die Köstlichen werden gefrieren'. NaBij: 'koudeperioden sluiten zich aaneen' Hoe zou echter de NBV aan 'De hemellichten verliezen hun glans' komen? Men vermeldt dat niet in een noot, evenmin als andere kennelijke tekstcorrecties. |
5 | Nota bene y-d-' nif. met le. Dat kan nauwelijks betekenen 'bekend zijn aan' [zie concordantie] . Daarom is hier de Verdeutschung gevolgd. Dat geeft een zeer goede zin, want het gaat om de Yom JHWH. |
6 | resp. Dode Zee en Middellandse zee. |
7 | Vgl. Deut. 6,4 |