1 | De SHA-vertaling heeft steeds 'de HEER', waar wij liever JHWH weergeven. |
2 | Gen 7:4 en 12; Ex. 24:18;34:28; Num. 14:34; Deut. 9:9; Matt. 4:2 |
3 | Sodom en Gomorra |
4 | Jona wacht niet op 'wat ik tot jou spreek', vs. 2 |
5 | Ook van Eli, 1 Kon 19:13: ambtsgewaad, dus zijn koninklijke waardigheid |
6 | kras! |
7 | 2 Sam. 12:22; Esth. 4:14; Joel 2:14; zie ook "Misschien", een artikel van Dubbink in Interpretatie, mei 2012, waarin ook de onderhandeling tussen God en Mozes in Gen. 18 en Ex. 32:20 wordt genoemd |
8 | Gen. 6:6, 7; Ex. 32:12, 14; Jer. 18:18; 26::3,13; zie Albert Kamp, p. 116-117, A'damse Cahiers, no. 22: "Jona" |
9 | de mogelijkheid dat God berouw kan hebben lijkt de koning van Nineve mogelijk, maar Jona vindt een god die om kan keren een groot kwaad, Jopie Siebert, o.c. p. 55 |