1 | 'koninkrijken' Ook volgens het parallellisme moeten bedoeld zijn noordelijk Israël en Zuidelijk Juda [ itt NBV]. |
2 | n-d-d, hapax leg. De betekenis ervan wordt opgemaakt uit het antithetische woord n-g-sj in de volgende zin. |
3 | y-sj-b, gezeten zijn: als heerser op de troon. |
4 | 'al piy wordt door de mas. tekst verbonden met harp. Vandaar, met Buber: de klank van… |
5 | 'bekreunen' nif ch-l-h, zich ziek maken, vgl. Jer. 12,19. |
6 | Verbreking = het kapot maken ( vgl bv Jer. 8,21; 4,20) van 'Jozef', het [gewone] volk van noordelijk Israël. |
7 | 'geblèr', alleen nog in Jer. 16,5. |
8 | woningen met verdieping [voor bemiddelden]. 'Paleizen, bolwerken, of woontorens' wekken verkeerde associaties. |
9 | dod, familielid van vaders zijde die de plicht tot lijkverbranding heeft (vgl. Lexicon). |
10 | Slot: cryptisch en suggestief! De laatste regel zou kunnen beduiden: Spreek geen groet waarin de Godsnaam voorkomt: Dominus tecum.
|