1 | vs. 39 geeft het kader van de nu volgende genezingen aan, en verbindt zo deze perikoop met het voorafgaande |
2 | verdwenen in NBV |
3 | κηρύσσω duidt niet i.h.a. op ‘nieuws’ (NBV) |
4 | niet ‘de’ (NBV), er staat een beetje vreemd ‘hun’ |
5 | verdwenen in NBV |
6 | praesens, is indringend |
7 | in het bijbels Hebreeuwse woord hiervoor, צָרַע (tsara), is een verwijzing te horen naar het Egypte (Hebr. mitsrajim) uit het verhaal van Tenach (zie voor dit tsara o.a. Ex. 4:6, Lev. 13-14 en Num. 5:2); na het artikel van Robin ten Hoopen over de etymologie van mitsrajim ('Met Andere Woorden', 2020 nr.2) ben ik hier inmiddels minder stellig over, maar handhaaf in de vertaling wel deze betekenisvolle verwijzing naar de uitleiding uit de slavernij van Egypte |
8 | ‘kreeg medelijden’ (NBV) is in het hedendaagse Nederlandse een nare, hautaine emotie geworden; het woord verwijst naar het OT-woord voor ingewanden, baarmoeder |
9 | weer praesens, wekt de aandacht |
10 | er staat geen object, het ook in de vertaling weglaten maakt het nog kernachtiger |
11 | ‘bij hem’ is in de NBV verdwenen |
12 | hetzelfde woord als in vs. 39 staat bij de demonen, zo sterk is dit wat Jezus nu zegt en doet |
13 | heel dringend! |
14 | verdwenen in NBV |
15 | ‘de mensen’ (NBV) staat er niet, het gaat om het volk Israël voor wie Mozes de voorschriften opschreef |
16 | waar haalt de NBV ‘de man’ vandaan? Marcus speelt een spel met wie wie is |
17 | er staat nadrukkelijk ‘logos’ |
18 | Jezus? Of de gereinigde? |
19 | herinnering aan de verhalen van Israël in de woestijn |