1 | De betekenis van het Hebreeuws קָנִ֥יתִי van de wortel קנה met אֵת is dubieus. Het werkwoord wordt zowel gebruikt in de betekenis van kopen, verwerven etc. maar ook voor scheppen. Zie bv. Gen. 14, v.19 en v.22 waar het participium van dit werkwoord bij JHWH diens scheppende werk (van hemel en aarde) aanduidt. |
2 | Het werkwoord heeft klankverwantschap met de naam Kaïn |
3 | Dit laat de mogelijkheid open dat het om een tweeling gaat |
4 | Het Hebreeuws הֶבֶל heeft de betekenis van ademtocht, nietigheid. Verg. Prediker 1, 2 waar NBV lucht en leegte vertaalt. |
5 | letterlijk: zijn gezicht is gevallen.Gesenius Hebräisches und Aramäisches Handwörterbuch, 18e druk vertaalt deze passage met finster vor sich hin brüten met een verwijzing naar de tegenstelling tussen נָפַל en נָשָׂא |
6 | Verg. Gen. 3, 16 |
7 | deze passage ontbreekt in de MT maar vele oude teksten w.o. LXX hebben dit wel opgenomen |
8 | letterlijk: De stem van het bloed |
9 | of zonde maar ook de straf die op de zonde volgt |
10 | te denken aan een stigma, tatoeage of amulet |