1 | Lett. 'hem vastpakte' (zo Smelik, Belichting van het bijbelboek 2 Koningen, KBS, 1999), maar dat kan echt alleen in een werkvertaling. |
2 | Lett. 'brood eten' maar dat is in het Nederlands altijd 'een andere maaltijd dan het diner' terwijl het hier juist om de hoofdmaaltijd zal gaan. לֶחֶם is hier motiefwoord, dat idiolect vertaald moet worden. |
3 | Man Gods is wel archaïsch, godsman eigenlijk ook, profeet kan uiteraard niet. Is er iets beters? |
4 | NBV 'lamp', wat onnodig verlies van couleur locale betekent. |
5 | Lett. 'afwijken/afbuigen', vgl. vs. 8; alleen Buber en Smelik vertalen idiolect, maar 'rusten' (Buber) is nogal ver weg van de grondbetekenis van. סור en 'afwijken' voor 'zich terugtrekken' is geen acceptabel Nederlands. |
6 | נַעַר niet concordant vertaald: wordt af en toe voor de jongen, maar ook voor de knechten gebruikt, verwarring dreigt. |
7 | De volgorde kies ik in het Nederlands wat bijzonder, omdat die in het Hebr. ook bijzonder is, en erg nadrukkelijk, met יֹשָֽׁבֶת בְּתֹוךְ voluit en het participium — duratief. Interessante interpretatievraag: is de toon van haar reactie bescheiden ('geen dank!'), of eerder verontwaardigd ('wie denkt die godsman wel dat hij is, mijn sociale netwerk is prima in orde, ik kan wel voor mezelf zorgen!') |
8 | 'Maar' is wat zwak, zie HAL, 'Echter, maar, helaas.' Vgl. ook Buber: 'Dennoch etwas'. |
9 | De uitdrukking is niet heel doorzichtig: SV 'Op dezen gezetten tijd, omtrent dezen tijd des levens;' lett. in het seizoen van deze tijd, dus 'als dit seizoen terugkeert.' Vgl. vooral de vrijwel gelijke bewoordingen in Gen. 18:14, de goddelijke bode tegenover Abraham. |
10 | NBV vertaalt 'dienares/dienstmaagd' ten onrechte weg, vermoedelijk omdat ze wat omhoog zitten met de onderdanige aanspreekvorm. Dat is alleen een probleem als je biblicistisch leest: dat de sociale omgangsvormen m/v in oudtestamentische tijden anders waren dan de onze is duidelijk, maar luister naar wat de vrouw zegt: daar zit niks onderdanigs in! |
11 | שָׁלֹֽום is motiefwoord in vs. 23 en 26, m.i. niet met 'vrede' te vertalen. |