1 | Het lichaam wordt hier gezien als een tent, misschien om de tijdelijkheid van het menselijk bestaan te benadrukken. Louw/Nida geven voor de uitdrukking: levend zijn. |
2 | αποθεσις = verwijdering / wegnemen door wassen. Louw/Nida: sterven |
3 | inspannen, beijveren, inzetten |
4 | op elk moment/iedere tijd |
5 | verdichtsels, legenden, fabels |
6 | τιμη = eer, respect, status. |
7 | δοξα = glorie, heerlijkheid, helderheid, luister. In de Septuaginta staat in bijna driekwart van de keren δοξα als vertaling van het Hebreeuwse woord פכוך. |
8 | opnieuw δοξα |
9 | ενεχθεισης is het aoristus participium, passief van het werkwoord φερω : dragen, brengen. Letterelijk staat er dus: toen een stem tot hem gebracht werd, maar ‘kwam’ lijkt me de beste vertaling op deze plaats. |
10 | hier ενεχθεισαν, opnieuw de aoristus van φερω |