1 | Zo Naardense Bijbel. Let op herhaald עמד; ook mogelijk is ‘stáán voor’ (Piet van Midden). |
2 | Vgl. Op. 20:12-15. |
3 | Vgl. Buber ‘in Weltdauer’, niet de abstracte wiskundige eindeloosheid, maar eerder ‘aeon’. |
4 | Alleen nog Jes. 66:24, ook al een tekst vol verschrikking. |
5 | Lett. ‘de velen’. Het lidwoord kan een verwijzing zijn naar eerder genoemde velen, zoals die in vs. 2, wellicht zou je ‘die velen’ kunnen vertalen. |
6 | Of ‘op het rechte spoor brengen’ (Piet van Midden). |
7 | Of negatiever, zwerven dolen (vgl. HAL). Willibrord: ‘verdwalen’. |
8 | De tekst is hier duister en wellicht corrupt. De LXX lijkt met ἀδικιἀς een andere tekst te hebben en leest vermoedelijk הרעה, kwaad, in plaats van הדעת, kennis (zie BHS), zo Willibrord: ‘het kwaad zal toenemen’. Bij handhaven van de MT moet een object aangevuld worden. |