24De leerling is niet meer dan de leermeester,
of de knecht meer dan zijn heer.
25Het is voor de leerling voldoende
om als zijn leermeester te worden,
en de knecht als zijn heer.
Als zij de beheerder van het huis
aanspreken als Beëlzebul,
hoe veel te meer de bewoners van het huis.
26Wees voor hen niet bevreesd !
Want er is niets bedekt
dat niet ontdekt zal worden,
of verborgen,
wat niet bekend gemaakt zal worden.
27Wat ik jullie zeg in het duister,
spreek het in het licht,
wat jullie horen in het oor,
verkondig het van de daken.
28En vrees niet voor hen die wel het lichaam doden,
maar de ziel niet kunnen doden.
Maar vrees eerder die bij machte is
ziel en lichaam om te brengen in gehenna.
29Worden niet twee mussen voor een stuiver verkocht ?
en niet één van hun valt ter aarde,
zonder jullie Vader.
30Maar van jullie zijn ook de hoofdharen allemaal geteld,
31Vrees dus niet !
Ook van vele mussen verschillen jullie nog !
32Ieder dan die zich voor de mensen uitspreekt
als één met mij1 ,
zal ik ook uitspreken als één met hem voor mijn Vader.
33Echter, ieder die mij verloochent voor de mensen,
hem zal ook ik verloochenen
voor mijn Vader die in de hemelen is.
Noten
1
Naardense Vertaling
Print deze tekst | vertaling door leenderonde | bij 1e van de zomer (25 juni 2017) Laatste wijziging 2000 01 01 00:00:00 Reacties: nog geen reacties