1 | Vs 17 גֹּאַלְךָ, (vlg גָּאַל in vs 20, qatal: performatorisch) wordt in DJ naam voor JHWH (17x!); stamt uit het familierecht (vgl. Ruth), dus nadruk op verwantschap. De stam פָּדָה duidt op loskoop uit slavernij en dood (DJ: uittocht Jes. 50,2; Jes. 51,11), de stam גָּאַל gebruikt DJ voor de terugkeer uit de ballingschap (vgl Beuken Jesaja 2a, POT, blz. 81v.): losmaken uit vreemd beheer op grond van eerdere verbondenheid. De stam ישׁע hif. (DJ zie concordantie en met name Jes. 49,26) is à la Buber/Rosenzweig ook hier het best weer te geven met bevrijden, en נצל hif. (DJ zie concordantie, in het bijzonder Jes. 43,13) met redden. Concordante vertaling van deze woorden binnen DJ is niet onbelangrijk voor het begrip. In de NBV gebeurt dat niet. In vs 17 bijv: bevrijder. |
2 | Chiasme |
3 | חֹול is altijd "het zand aan de zee". |
4 | Voortspruiten (uit je lendenen) vgl vers 1 |
5 | Slaat op זֶרַע, Hebr. sing. Vertaald met nazaten, dus in de vertaling meervoud |
6 | Om het meervoud te beklemtonen. (17-19 tweede persoon enkelvoud; 20vv tweede persoon meervoud) |