1 | Niet ‘Hier ben ik’ (NBV); dan zou het Hebreeuws eerder hinneni luiden (vgl. 1 Sam. 3,5). |
2 | mijn honingraat: de NBV vertaalt ‘uit mijn honingraat’; lett.: ‘mijn honingraat met mijn honing’. |
3 | vrienden: de explicitatie ‘vriend en vriendin’ van de NBV lijkt niet terecht. |
4 | geliefden: Hebr. dodiem. De NBV vertaalt ‘en word dronken van liefde!’ Het is de vraag of de Hebreeuwse collocatie deze vertaling toelaat; vgl. 2,5 en 5,8, waar het om een bijvoeglijk naamwoord in plaats van een werkwoord gaat. |
5 | moet … soms [weer]: andere vertalingen zijn mogelijk: alleen een vraagteken, ‘hoe zou?’ of ‘waarom zou?’. Het modale karakter van de zin wordt tot uitdrukking gebracht door de vertaling ‘soms’ (ook ‘dan’ zou mogelijk geweest zijn). Bij zo’n snelle opeenvolging van handelingen gebruikt het Nederlands graag ‘weer’ of ‘opnieuw’. Dit geldt ook voor het laatste versdeel. |
6 | door: lett. ‘uit’ (Hebr. min), wat beeldend weergeeft dat de vrouwelijke actant, die zich binnen bevindt, de hand door de opening in de deur van buiten naar binnen ziet komen. Het Duits kan dit duidelijk maken met herein. |
7 | In de NBV is dit woord ten onrechte onvertaald gebleven. (Maar zie de volgende noot, over de toevoeging ‘van de deur’.) |
8 | van de deur: expliciterende toevoeging waarmee ongewenste connotaties worden vermeden. Deze opening fungeerde als sleutelgat. |
9 | mijn binnenste raakte in onrust: Lett. ‘mijn ingewanden werden onrustig.’ Ook in Jes. 16,11; Jer. 31,20 (vgl. Jer. 4,19) komt deze collocatie voor, die overigens zelfs in de Statenvertaling niet concordant wordt vertaald. Soms heeft het Hebreeuwse woord een letterlijke betekenis (‘ingewanden’, ‘buik’, zoals bv. in Hgl. 5,14, ). Soms heeft het een figuurlijke betekenis, als zetel van de emoties (vgl. de Nederlandse uitdrukking ‘vlinders in zijn/haar buik hebben’). Vgl. ook Ruth 1,11).
De NBV vertaalt, ietwat bloedeloos: ‘een siddering trok door mij heen.’ |
10 | voorbijgegaan: in de betekenis ‘had geen acht geslagen op mij’, vergelijk Van Dale Groot Woordenboek van de Nederlandse taal. |
11 | bestierf: Deze vertaling steunt op Genesis 35,18, waar betseet nafsjah ‘toen haar levenskracht (‘ levensadem, vgl. Gen. 2,7, maar ook: ziel) uit haar wegging’ (vert. SHA) wordt geëxpliciteerd als ‘ze was stervend’ (z. de vertaling van de Societas Hebraica Amstelodamensis). Vergelijk nog Ps. 146,4 (met roeach).
De NBV vertaalt ‘Een duizeling beving mij’, wat de kracht van de Hebreeuwse uitdrukking, die duidt op zich doodschrikken, onvoldoende recht doet. In dit en het volgende vers rijmen jatsa (lett. ‘uitgaan’) en matsa (‘vinden’) op elkaar. |
12 | vanwege zijn afwenden: het is lastig deze infinitivus-constructie van dibber letterlijk te vertalen. Bovendien zou be ook met ‘toen (hij zich afwendde)’ vertaald kunnen worden. |
13 | Of: zij tilden mijn omslagdoek op / zij deden mijn omslagdoek omhoog (contra HALOT i.v. nasa 18). |