Handelingen 1,1-14

Inleiding

NBG1951 laat het Hemelvaartsverhaal lopen van vers 1 tot en met vers 11. Lucas laat scènes vaak eindigen met het thema ’terugkeer’ (zie o.a. Luc. 1:56; 2:20,39). In dat geval hoort vers 12 er ook nog bij. Direct daarna wordt gesproken van de binnenkomst in de stad, zodat het begrijpelijk wordt om ook deze twee verzen erbij te lezen, zeker ook omdat het eindigt met het gebed [om de Geest]. Het blijven wachten (1,4) wordt ingevuld met gebed [om de Geest] (vgl. 3,21-22).

Vertaling

1
Het eerste boek1 heb ik gemaakt over alles,
Teofilus,
wat Jezus begonnen is te doen en te onderwijzen
2
tot de dag dat hij opgenomen werd
nadat hij de apostelen die hij zelf had uitgekozen,
door de Heilige Geest had geïnstrueerd,
3
aan wie hij zichzelf na zijn lijden als de Levende heeft gepresenteerd met vele bewijzen,
door gedurende veertig dagen aan hen te verschijnen
en door te spreken over de dingen aangaande het koninkrijk van God.
4
Na hen bijeen gebracht te hebben
gebood hij hen om Jeruzalem niet te verlaten,
‘maar te blijven wachten op de belofte van mijn Vader,
waarvan jullie gehoord hebben,
5
omdat Johannes met water doopte,
maar jullie worden in de Geest gedoopt, die heilig is,
niet na vele van deze dagen.’
6
Zij dan die samengekomen waren2, vroegen hem,
zeggend:
‘Heer, herstelt3 u in deze tijd het koninkrijk van Israël?’
7
Hij dan zei tegen hen:
‘Het is niet aan jullie om de tijden of gelegenheden te weten,
die de Vader op eigen gezag heeft vastgesteld,
8
maar jullie zullen kracht ontvangen,
wanneer de Heilige Geest op jullie komt,
en jullie zullen mijn getuigen zijn
in Jeruzalem
in geheel Judea en Samaria
en tot aan het uiterste van de aarde.’
9
Toen hij dat gezegd had,
terwijl zij keken, werd hij opgeheven.
Een wolk nam hem op4, weg van hun ogen.
10
Toen zij gespannen aan het opkijken waren, toen hij naar de hemel ging,
en zie, twee mannen stonden [opeens] bij hen, in witte kleren.
11
Die ook spraken:
‘Galileese mannen,
wat staan jullie naar de hemel te kijken?
Deze Jezus, die opgenomen is, weg van jullie, naar de hemel,
zo zal hij komen, op dezelfde wijze als jullie hem hebben zien gaan naar de hemel.’
12
Toen keerden zij terug naar Jeruzalem,
vanaf de berg, die genoemd wordt ‘de Olijfberg’,
die dichtbij Jeruzalem is, een sabbatsweg.
 
12
Toen ze [de stad] waren binnengegaan
gingen zij op naar het bovenhuis5, waar zij verblijf hielden:
Petrus en Jakobus, en Johannes en Andreas,
Filippus en Thomas,
Bartolomeüs en Matteüs,
Jakobus van Alfeüs, en Simon de zeloot, en Judas van Jakobus.
14
 Deze allen waren eensgezind volhardend in het gebed,6
samen met de vrouwen en Maria, de moeder van Jezus, en zijn broers.
 

Noten

  1. In het Grieks staat er: λόγος, dat eigenlijk altijd vertaald wordt met ‘woord’, maar hier de betekenis heeft van ‘boek’ (zo BDAG, 1b, 600).↩︎
  2. Vat ik op als in het verlengde liggend van 1,4 ‘na hen bijeengebracht te hebben’.↩︎
  3. εἰ ‘leitet im NT häufig die dir. Frage ein.’ Laat ik daarom hier onvertaald.↩︎
  4. In NBG1951 vertaald als ‘onttrok (hem aan hun ogen)’. BDAG, 1, 1038, geeft voor ὑπολαμβάνω ’ta cause to ascend, take up’.↩︎
  5. ὑπερῷον: ‘a private house is meant’ (zo BDAG, 1034).↩︎
  6. Ik houd het op een gebed om de Geest, in lijn met 1,5 ‘jullie zullen worden gedoopt met de Heilige Geest’; zie daarna 2,1-42.↩︎
Scroll naar boven