Spreuken 9,1-18

Inleiding

Spreuken 9 vormt de afsluiting van het eerste deel van het boek Spreuken, dat – vrij unaniem – van latere datum en van een meer theologisch gehalte wordt beschouwd dan het vervolg (Spreuken 10-31).

 

Het hoofdstuk kent drie delen: (1) vv. 1-6; (2) vv. 7-12 en (3) vv. 13-18.Deel 1 (Vrouwe Wijsheid) en deel 3 (Vrouwe Dwaasheid) zijn duidelijk op elkaar betrokken, hetgeen onder meer blijkt uit de letterlijke herhaling van vers 4 in vers 16. Over de status van het middendeel (vv. 7-12) en de samenhang met de twee omringende delen bestaat veel onduidelijkheid en die wordt in de vakliteratuur daarom heel verschillend beoordeeld.

Vertaling

1
Wijsheid heeft haar huis gebouwd1
en heeft haar zeven zuilen uitgehouwen. 2
2
Ze heeft haar slachtvee geslacht, haar wijn gemengd,3
ook heeft ze haar tafel gedekt.
3
Ze heeft haar dienstmeisjes gestuurd, ze roept4
op het hoogste punt van de bovenstad.5
4
Wie naïef is, moet deze kant op komen,6
tot wie zijn verstand kwijt is, roept ze:
5
‘Kom, eet mijn brood
en drink van de wijn die ik gemengd heb.
6
Laat naïeve gedachten achter je en leef;
stap over op de weg van het verstand.’
 
7
Wie een spotter terechtwijst, roept schande over zich af7
en wie een goddeloze verwijten maakt, blameert zichzelf.8
8
Maak een spotter geen verwijten, dan zal hij je niet haten;
maak een wijze verwijten, hij zal je liefhebben.
9
Doe het bij een wijze en hij zal nog wijzer worden;9
onderwijs een rechtvaardige en hij zal aan inzicht winnen.10
10
Het begin van wijsheid is ontzag voor Jhwh11
en kennis van de Heilige is inzicht.12
11
Ja, door mij zullen jouw dagen talrijk worden13
en zullen voor jou de jaren van het leven toenemen.
12
Als je wijs handelt, ben je wijs voor jezelf,14
maar als je spot, moet je dat alleen dragen.
 
13
Vrouwe Dwaasheid maakt enkel geluid,
louter naïviteit, ze weet niets.15
14
Ze zit bij de deur van haar huis
op een zetel in de bovenstad
15
te roepen naar de voorbijgangers op de weg,
naar degenen die niet van hun paden willen afwijken.16
16
Wie naïef is moet deze kant op komen,
tot wie zijn verstand kwijt is roept ze:
17
‘Gestolen water smaakt zoet,
brood uit verborgen plekken is verrukkelijk.’
18
Maar zo iemand weet dat daar geesten zijn,
in de diepten van de sjeool haar genodigden.

Noten

  1. Net als in Spr 1,20; 14,1 en 24,7 (en ook Ps 49,4) staat חכמה in een meervoudsvorm. Vanwege deze opvallende vorm heeft de Statenvertaling het hier en in 1,20 weergegeven met ‘de opperste wijsheid’. Er is hier bewust gekozen voor ‘wijsheid’ zonder lidwoord, zoals in de grondtekst, als ware het een eigennaam.↩︎
  2. Bij ‘haar tafel gedekt’ moest ik onmiddellijk denken aan het geschrift Sjoelchan Aroech (‘gedekte tafel’) van Rabbi Joseph Karo (1488‒1575), het meest uitvoerige commentaar op de joodse wetten, in 1565 in Venetië gepubliceerd.↩︎
  3. Het continue gebruik van het bezittelijk voornaamwoord ‘haar’ springt in het oog.↩︎
  4. De atnach onder תקרא geeft aan dat deze werkwoordsvorm (‘zij roept’, ‘zij nodigt uit’) tot de eerste vershelft behoort; het levert echter wel problemen op.↩︎
  5. De combinatie על־גפי komt slechts eenmaal voor in TeNaCH; de betekenis ervan is letterlijk zoiets als: ‘op de toppen van de hoogten van de stad’.↩︎
  6. Het is niet duidelijk hoe vers 4 precies in elkaar steekt. Is vers 4a directe rede en vers 4b commentaar van de auteur? Hetzelfde speelt in vers 16, een letterlijke parallel.↩︎
  7. Letterlijk: ‘nemende schande voor zich’.↩︎
  8. Letterlijk: ‘nemende zijn vlek’ = ‘laadt een vlek op zich’. De participiumvorm לקח (‘nemende’) in vers 7a heeft een zgn. double duty functie, want is ook voor vers 7b vereist.↩︎
  9. Letterlijk: ‘Geef aan een wijze’.↩︎
  10. Er zijn Hebreeuwse manuscripten waarin vers 9 of de verzen 10-12 ontbreken.↩︎
  11. Hoewel ‘vreze des Heren’ een geijkte uitdrukking is, geeft het woord ‘vreze’ te negatieve connotaties.↩︎
  12. ‘Kennis’ dient opgevat te worden als ‘omgang met’. De NBV heeft ‘vertrouwdheid’. Veel vertalingen zetten ‘het begin van wijsheid’ aan het einde van het eerste colon, maar dan raakt de chiastische constructie van de parallelle vershelften uit het zicht.↩︎
  13. Het Hebreeuws leest בי (‘door mij’). De Septuagint leest ‘op die manier’ en lijkt dus בה te hebben gelezen, dat terugslaat op ‘inzicht’ en/of ‘ontzag’ van vers 10, beide vrouwelijke zelfstandige naamwoorden. De vertaling ‘ik voeg toe’ (NBV) is mijns inziens niet te verdedigen.↩︎
  14. Zoiets als: ‘straal je wijsheid uit’. De Septuagint geeft hier: ‘ben je wijs voor je naasten’.↩︎
  15. Net als de opvallende meervoudsvorm ‘Wijsheid’ in 9,1, is ‘Dwaasheid’ (כסילות)) ook een speciaal geconstrueerde meervoudsvorm, een hapax. Het woord ‘naïviteit’ (פתיות)) is gekunsteld en komt verder nergens voor; het is duidelijk geconstrueerd op basis van פתי (‘onnozel’) dat in Spreuken 9 herhaaldelijk voorkomt.↩︎
  16. Letterlijk: ‘Naar hen die hun paden recht willen gaan’.↩︎
Scroll naar boven