Matteüs 9,35-38

 


De schriftlezing is Matteüs 9,35-10,15

35
En Jezus ging al1 de steden en de dorpen rond,
terwijl hij leerde in hun synagogen
en verkondigde het evangelie van het koninkrijk
en alle ziekte en zwakte genas.
36
En toen hij de scharen zag,
raakte hij met ontferming over hen bewogen,
omdat zij afgetobd2 en aan hun lot overgelaten3 waren,
evenals schapen zonder herder.
37
Dan zegt hij zijn leerlingen:
‘De oogst is wel groot,
maar er zijn weinig arbeiders.
38
Vraag daarom de heer van de oogst,
dat hij arbeiders uitdrijven zal voor zijn oogst.’
 
1
En nadat hij zijn twaalf leerlingen bij zich had geroepen4,
gaf hij hun macht over onreine geesten om ze uit te drijven
en te genezen alle ziekten en zwakten5 .
 
2
En van de twaalf apostelen waren de namen als volgt:
als eerste Simon, die Petrus genoemd wordt, en Andreas zijn broer,
en Jakobus, die van Zebedeus, en Johannes zijn broer,
3
Philippus en Bartholomeüs,
Thomas en Matteüs de tollenaar,
Jakobus, die van Alpheüs, en Thaddeüs,
4
Simon Kananeüs en Judas Iskariot,
die hem ook heeft overgeleverd.
 
5
Deze twaalf heeft hij uitgezonden met de volgende opdracht:
‘Ga niet de weg op van de volken
en kom niet binnen in een stad van de Samaritanen.
6
Ga integendeel liever naar de verloren schapen van het huis van Israël.
 
7
Ga en verkondig als volgt:
Het koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.
8
Genees zieken, wek doden op, reinig melaatsen,
werp demonen uit,
u hebt om niet ontvangen, geef (ook) om niet6 .
9
Verwerf geen goud noch zilver, noch koper voor uw gordel,
10
geen ransel voor onderweg of twee onderkleden,
geen sandalen of een stok,
want de arbeider is zijn voedsel waard.
11
Onderzoek in de stad of dorp waar jullie komen,
wie het waard is in haar;
blijf daar dan totdat u weggaat.
12
Als u het huis binnengaat groet u.
13
En als het huis het waard is,
laat uw vrede(groet) tot haar komen,
maar als het dat niet waard is,
moet uw vrede(groet) tot u terugkeren.
14
En wie u niet ontvangt
en naar uw woorden niet wil luisteren
dan gaat u uit dat huis of die stad,
schud het stof van uw voeten.
15
Amen zeg ik u,
voor het land van Sodom en Gomorra zal het dragelijker zijn op de oordeelsdag
dan voor die stad.’
 

Noten

  1. i.p.v. Galilea, Matt. 4:23; ‘alle steden en dorpen’, ’alle ziekte en zwakte’, zo ook 10:1↩︎

  2. σκυλλω med= zich aftobben↩︎

  3. ριπτω: laten vallen↩︎

  4. ook=ontbieden↩︎

  5. een onthutsende gelijkenis met Jezus’ volmacht↩︎

  6. Galaten 2;21↩︎

Scroll naar boven