Jona 3-4

Inleiding

Deze vertaling van Jona 3-4 is afkomstig uit:Een vertaling om voor te lezen: Amos, Obadja, Jona, Haarlem: NBG/KBS 1986.

Vertaling

3

1
Het woord van Jhwh geschiedde tot Jona, ten tweeden male,
zeggend:
‘Sta op
ga naar Ninevé, die grote stad
en roep tot haar
wat ik tot jou spreek om te roepen.
3
Jona stond op
en ging naar Ninevé, naar het woord van Jhwh.
Ninevé nu was een godsgrote stad: drie dagen gaans.
4
Jona begon de stad in te komen, één dag gaans
en hij riep en zei:
Nog veertig dagen en Ninevé is ondersteboven gekeerd!
5
De mannen van Ninevé geloofden God,
ze riepen een vasten uit
en bekleedden zich met zakken, van groot tot klein.
6
Het woord bereikte de koning van Ninevé,
hij stond op van zijn troon,
legde zijn opperkleed van zich af;
bedekte zich met een zak
en zette zich neer in de as.
7
Hij liet uitschreeuwen en zeggen in Ninevé:
8
‘Op bevel van de koning en zijn groten:
Mens en dier, rund en schaap,
zij mogen niets proeven, niet weiden
en water mogen ze niet drinken!
Zij moeten zich bedekken met zakken mens en dier
ze moeten roepen tot God met kracht
en omkeren moeten zij,
ieder van zijn kwade weg,
van het geweld dat aan hun handen kleeft.
Wie weet
keert Gód om en krijgt hij berouw,
keert hij om van zijn ziedende toorn
zodat we niet verloren gaan!’
10
God zag hun daden,
dat zij omkeerden van hun kwade weg
en God kreeg berouw over het kwaad dat hij gezegd had hun aan te doen;
en hij deed het niet!

4

1
Maar kwaad was dit voor Jona, een groot kwaad,
en hij werd ziedend.
2
Hij bad tot Jhwh en zei:
3
‘Ach, Jhwh,
was dit niet mijn woord toen ik nog was op mijn akkergrond?
Daarom wilde ik het vóór zijn,
door te vluchten naar Tarsis,
want ik wist:
Gij zijt een God genadig en barmhartig,
lankmoedig en vol trouw,
die berouw heeft over het kwaad.
Nu dan, Jhwh, neem toch mijn ziel van mij
want dood is mij beter dan leven.’
4
Maar Jhwh zei:
‘Is het goed dat je ziedend bent?’
5
Jona ging uit de stad
en zette zich neer ten oosten van de stad.
Hij maakte zich daar een afdakje
en hij zat eronder in de schaduw
tot hij zou zien wat er geschiedde met de stad.
6
Jhwh God beschikte een kikajon
die kwam op boven Jona
om hem te zijn tot schaduw boven zijn hoofd
om hem te redden van zijn kwaad.
Jona verheugde zich over de kikajon, met grote vreugde.
7
God beschikte een worm
bij het opkomen van de dageraad de volgende morgen,
die stak de kikajon
en deze verdorde.
8
En het geschiedde toen de zon ging schijnen
dat God beschikte een zinderende oostenwind.
De zon stak op het hoofd van Jona
en die bezwijmde
hij wenste dat zijn ziel zou sterven
en zei:
‘Dood is mij beter dan leven.’
9
God zei tot Jona:
‘Is het goed dat je ziedend bent over de kikajon?’
Hij zei:
‘Het is goed dat ik ziedend ben – ten dode toe!’
10
Toen zei Jhwh:
11
‘Jij treurt over de kikajon
waarvoor je geen moeite hebt gedaan
en die je niet hebt grootgebracht,
die in één nacht werd
en in één nacht verloren ging.
Zou ik dan niet treuren over Ninevé die grote stad,
waar er onder de mensen zovelen meer dan twaalf maal tienduizend
die niet weten het verschil tussen rechts en links, en dieren zoveel!’
Scroll naar boven