Jesaja 55,6-13

 


6
Zoekt JHWH, terwijl hij zich laat vinden,
roept hem, terwijl hij nabij is.
7
De misdadiger verlate zijn weg,
de man van onheil zijn gedachten,
hij kere terug naar JHWH, zodat die zich over hem zal ontfermen
en tot onze God, want die vergeeft veelvuldig.
8
‘Want niet zijn mijn gedachten jullie gedachten en niet zijn jullie wegen mijn wegen’
godsspraak van JHWH.
9
‘Want zoals de hemel hoger is dan de aarde,
zo zijn mijn wegen hoger dan jullie wegen
en mijn gedachten (hoger) dan jullie gedachten’.
10
‘Want zoals de regen neerdaalt en de sneeuw uit de hemel
en daarheen niet terugkeert,
— echter, als hij de aarde heeft doordrenkt en heeft doen voortbrengen en laten uitspruiten,
en zaad aan de zaaier heeft gegeven en brood aan de eter –‘
11
‘zo zal mijn woord zijn, dat uitgaat uit mijn mond,
niet zal het leeg terugkeren naar mij
dan als het gedaan heeft, wat mij behaagt
en heeft doen lukken, waarvoor ik het uitzond’.
12
‘Want met vreugde trekken jullie uit
en tot vrede worden jullie geleid
De bergen en heuvels zullen voor jullie aangezicht uitbreken in gejubel,
alle bomen van het veld in hun handen klappen.’
13
‘In de plaats van de doornstruik komt een cipres omhoog,
in de plaats van de brandnetel komt een mirte op.
En het zal voor JHWH tot naam zijn, tot een eeuwig teken, dat niet kan worden uitgewist.’
Scroll naar boven