Jesaja 42,1-7

 


1
‘Zie mijn knecht, Ik zal hem ondersteunen
Mijn uitverkorene, Hij behaagt mijn ziel.
Ik leg mijn geest op hem.
Het recht zal hij doen uitgaan.
2
Hij zal niet schreeuwen en niet verheffen
en niet buiten doen horen zijn stem.’
3
Het geknakte riet zal hij niet afbreken
en de kwijnende vlaspit zal niet uitdoven,
standvastig zal hij het recht doen uitgaan.
4
Hij zal niet kwijnen en niet geknakt worden,
tot hij op aarde het recht heeft gevestigd.
Op zijn tora zullen de kustlanden wachten.’
5
Zo zegt de godheid, JHWH,
die de hemelen geschapen heeft en hen heeft uitgespannen
die de aarde en alles wat daar uitging heeft uitgespreid,
die de levensadem gaf aan het volk daarop
en de geest aan hen die daarin wandelen:
6
‘Ik ben JHWH. Ik heb je geroepen in gerechtigheid
Ik zal je hand vasthouden.
Ik zal je beschermen en je maken
tot verbond met het volk, tot licht voor de natiën
7
om de ogen van blinden te openen
om gevangenen te doen uitgaan uit de kerker,
uit het gevangenhuis zij die in duisternis gezeten zijn.’
Scroll naar boven