Lucas 12,32-41

 


En jullie…houd je gereed…!

32
Vrees niet, kudde die zo klein is,
want het heeft jullie Vader behaagd
aan jullie het koninkrijk te geven.
33
Verkoop dan je bezittingen
en geef ze weg tot barmhartigheid1 .
Maak jezelf geldbuidels,
die niet verouderen,
een onaantastbare2 schat in de hemelen,
waar geen dief bij komt,
of mot die verteert.
34
Want waar je schat is,
daar zal ook je hart zijn.
35
Houden jullie dan je kleren opgeschort3
en de lampen brandend.
36
En jullie…., wees gelijk aan mensen,
die hun eigen heer verwachten,
wanneer hij van(wege)4 de bruiloftsdagen opbreekt,
opdat als hij komt en aanklopt,
zij direct voor hem zullen opendoen.
37
Gelukkig deze knechten,
die de heer, als hij komt,
wakende zal bevinden.
Amen, ik zeg jullie,
dat híj dan zijn kleren zal opschorten,5
en hén laat aanliggen,
en langsgaande
zal hij hen aan tafel bedienen.6
38
En ook in het tweede of derde deel
van de wacht (in de nacht),
als hij dan komt en het zó bevindt,
gelukkig zijn die.
 
39
Maar weet dit wel:
als de huiseigenaar
geweten had,
op welk uur de dief komt,
dan had hij (in) zijn huis niet laten inbreken7
40
En jullie…houd je dan gereed,
want op het uur dat je er niet mee rekent,
komt de Mensenzoon.
41
Petrus evenwel zei:
Heer, is het tot ons dat u deze gelijkenis spreekt,
of ook tot allen?8
 

Noten

  1. let. aalmoezen↩︎

  2. of: onuitputtelijk↩︎

  3. let. de heupen omgord↩︎

  4. ‘ek’ kan ook oorzaak aanduiden↩︎

  5. omgorden, zie ook v.35↩︎

  6. deze handelwijze van de heer is wel zeer verwonderljk, zie voor het tegenovergestelde Lucas 17:7-10↩︎

  7. let. doorgraven↩︎

  8. eigenlijk loopt de pericoop tot vers 40, maar om aan te geven dat er nog een discussie op volgt is dit vers erbij getrokken, cliffhanger naar volgende week zondag.↩︎

Scroll naar boven