Johannes 1,19-34

 


19 En dit is het getuigenis van Johannes,

toen de Judeeërs uit Jeruzalem

priesters en Levieten [tot hem] zonden

om hem te vragen: “Wie zijt gij?”

20 En hij erkende, draaide er niet om heen en erkende:

“Ik ben niet de Gezalfde”.

21 En ze vroegen hem:

“Wat dan? Ben jij Elia?”

En hij zegt: “Ik ben het niet”.

“Ben jij de profeet?”

En hij antwoordde: “Nee”.

22 Ze zeiden dan tegen hem:

“Wie ben jij?

We moeten toch antwoord geven

aan hen die ons zonden?

Wat zeg je over jezelf?”

23 Hij sprak:

“Ik ben de stem van een die roept

in de woestijn

maak recht de weg van de Heer,

zoals Jesaja de profeet al zei”.

24 Ook waren er gezonden uit de Farizeeën

25 en zij vroegen hem en zeiden hem:

“Wat doop je dan,

als je niet de Gezalfde bent,

noch Elia, noch de profeet?”

26 Johannes antwoordde hen, zeggend:

“Ik doop in water;

temidden van jullie staat hij,

die jullie niet kennen,

27 die na mij komt,

ik ben ‘t niet waard om

de riem van z’n sandaal los te maken”.

28 Dit geschiedde in Bethanië

over de Jordaan,

waar Johannes steeds doopte.

29 De volgende dag ziet Johannes

Jezus tot zich komen en zegt:

“Zie het lam van God,

dat de zonde van de wereld wegdraagt.

30 Hij is het over wie ik zei:

na mij komt een man

die vóór mij geworden is,

want hij was eerder dan ik;

31 en ik kende hem niet,

maar opdat hij aan Israël zou verschijnen, —

daarom kwam ik dopen in water”.

32 En Johannes getuigde en zei:

“Ik heb de geest zien neerdalen

als een duif uit de hemel,

en die bleef op hem.

33 En ik kende hem niet,

maar hij die mij zond om te dopen in water,

die zei mij:

degene op wie jij de geest ziet neerdalen

en dat die op hem blijft,

hij is het die doopt in Heilige Geest.

34 En ik heb gezien en getuigd

dat hij de zoon van God is”.

Scroll naar boven