Want zie mij die een nieuwe hemel en een nieuwe aarde aan het scheppen ben.
Er zal niet aan de vroegere [benauwdheden] gedacht worden,
het zal niet tot het hart opstijgen,
maar wees blij en bejubel voor altijd
wat Ik aan het scheppen ben,
want zie mij die Jeruzalem tot gejubel aan het scheppen ben
en haar volk tot blijdschap.
Ik zal jubelen over Jeruzalem
en Ik zal blij zijn over mijn volk.
In haar zal het geluid van geween niet meer gehoord worden
noch het geluid van hulpgeroep.
Er zal vandaaruit geen zuigeling meer zijn van [enkele] dagen
noch een grijsaard die zijn dagen niet vol maakt,
want een jongen zal als honderdjarige sterven;
wie de honderd jaar niet haalt, moet wel vervloekt zijn,
Ze zullen huizen bouwen en bewonen,
Ze zullen wijngaarden planten en de vrucht ervan eten.
Ze zullen niet bouwen, en dat dan een ander het zal bewonen,
Ze zullen niet planten, en dat dan een ander ervan zal eten
Want als de dagen van het geboomte zijn de dagen van mijn volk.
en het werk van hun handen zullen mijn uitverkorenen als gaven brengen.
Ze zullen zich niet tevergeefs afmatten
Ze zullen niet baren voor onverhoedse verschrikking,
want nazaten van gezegenden van JHWH zijn zij
en hun spruiten met hen.
Het zal zijn:
voordat zij roepen, dat Ik zal antwoorden,
zij nog aan het spreken zijn, dat Ik zal horen.
De wolf en het lam zullen gelijktijdig weiden,
de leeuw zal net als het rund stro eten,
de slang heeft stof tot zijn voedsel.
Zij zullen geen kwaad doen, ze zullen geen verderf aanrichten
op heel mijn heilige berg, zegt JHWH.