Galaten 3,26-29

 


In vers 27 heb ik υἱοὶ vertaald met zonen en niet met zonen en dochters of met kinderen. υἱός is hier namelijk een theologisch begrip. De υἱός is de erfgenaam en dus drager van de belofte. Het gaat hier dan om de belofte aan Abraham gedaan dat in zijn zaad alle geslachten des aardbodems, alle mensen dus, gezegend zullen zijn. Dát is hier aan de orde. Wie gedoopt is tot eenheid met Christus (zo Naardense Bijbel) erft deze belofte. In de doop wordt deze feitelijk vervuld: geen slaaf meer …enz. Dát is die zegen.

26
Allemaal namelijk bent u zonen van God
door het geloof in Jezus Christus.
27
Want u allen die tot eenheid met Christus gedoopt bent
hebt u met Christus bekleed.
28
Er is geen Jood meer, of Griek of slaaf of vrije,
geen manlijk of vrouwelijk;
u bent immers allen één in Christus Jezus.
29
Wanneer u allen van Christus bent
dan bent u zaad van Abraham,
erfgenamen volgens belofte.
Scroll naar boven