Deuteronomium 24,17-22

 


17
Niet zul je buigen het recht van vreemdeling en wees
en niet zul je kleding van de weduwe als pand nemen.
18
Gedenk, dat je slaaf bent geweest in Egypte
en dat JHWH, jouw God, jou heeft los gekocht vandaar.
Daarom gebied ikzelf aan jou om dit woord (*dabar*) te doen.
19
Wanneer je jouw graanoogst oogst op jouw veld
en je vergeet een aar op het veld,
mag je niet omkeren om deze te nemen:
voor vreemdeling, wees en weduwe zal het zijn,
opdat JHWH, jouw God, jou zegent in al het doen van je handelen.
20
Wanneer je je olijfboom afslaat,
zul je niet met een tak achter je afslaan:
voor vreemdeling, wees en weduwe zal het zijn.
21
Wanneer je de druiven van je wijngaard verzamelt,
zul je niet een nalezing houden achter je:
voor vreemdeling, wees en weduwe zal het zijn.
22
Je zult gedenken, dat je slaaf bent geweest in het land Egypte.
Daarom gebied ikzelf aan jou om dit woord (*dabar*) te doen.
Scroll naar boven