Amos 8,4-7

 


De passage vertoont duidelijke gelijkenis met Amos 2:6-7. Het gedeelte werd door J. Jeremias (‘Amos 8,4-7 – ein Kommentar zu 2,6f’, in: W. Gross et al., Text, Methode und Grammatik, Festschrift W. Richter, St. Ottilien 1991, 205-220 beschreven als commentaar op Amos 2:6-7. Vergelijk ook Amos’ sociale kritiek in 5:7.10-12. In Amos 5:11-12 verschijnen ook de termen דל, בר en אביון als in Amos 8:4-7.

4
Luistert hiernaar,
(jullie) die de arme1 naar het leven staan
en de bedoeling hebben2 dat de weerlozen van het land verdwijnen:
5
zeggend3 :
Wanneer is de nieuwemaansdag voorbij
dat wij graan te koop (kunnen) aanbieden4,
en de sabbat,
dat wij (de) korenvoorraad (kunnen) openen5,
met de bedoeling om de efa te verkleinen,
en de sjekel6 te vergroten
en te bedriegen met een onzuivere weegschaal7,
6
met de bedoeling om voor geld kwetsbaren te kopen
en de arme als een paar sandalen,
zelfs het afval van het koren bieden wij te koop aan.
7
Gezworen heeft de Eeuwige bij de Glorie van Jakob8 :
Tot in eeuwigheid zal Ik al hun daden niet vergeten!
 

Noten

  1. Het gedeelte wordt getypeerd door een drietal herhaalde termen: אביון (8:4b.6b), שבר (8:5c.6c) en בר (8:5d.6c).↩︎

  2. Dit ter weergave van de lamedh in het tweede deel van het vers. De lamedh voor de drie infinitieven in vers 5f-g-h en de infinitief in 6a is in dezelfde zin opgevat.↩︎

  3. Hierna volgt in vers 5b-6c een lang citaat, in het Hebreeuws weergegeven in één zin.↩︎

  4. Hier de niet weer te geven allittererende uitdrukking שֶּׁ֔בֶר נַשְׁבִּ֣ירָה.↩︎

  5. HAL III geeft hier: ‘den das Getreide enthaltenden Sack öffnen’. C. van Leeuwen, Amos, POT, Nijkerk 1985, 300: ‘de graanschuren openen’. HSV: ‘de korenschuren … openen’. Naardense Bijbel: ‘de graanschuur openzetten’. Willibrordvertaling-1995: ‘graan uitstallen’. Buber-Rosenzweig: ‘daβ wir wieder Getreide eröffnen’. Het gaat hier om wat de rijken aan koren in voorraad hebben, niet om de verblijfplaats daarvan.↩︎

  6. Buber-Rosenzweig: ‘Geldgewicht’.↩︎

  7. Letterlijk: te krommen. C. van Gelderen, Het boek Amos, Kampen 1933, 227 vertaalt: ‘met bedrieglijk gebruik van de weegschaal’. Zijns inziens wordt מרמה hier anticiperend gebruikt (231). De weegschaal wordt bedrieglijk door wat deze handelaren met de weegschaal doen. Het Hebreeuws spreekt evenwel van ‘vervalste weegschalen’ (status constructus). Naardense Bijbel: ‘en een vervalste weegschaal nog krommer te maken’. Ik ga hier mee met de Willibrordvertaling-1995 die de vervalste weegschaal als werktuig ziet bij het bedriegen en daartoe het woordje ‘met’ invoegt.↩︎

  8. Een omschrijving van God zelf, zoals Hij ook in Am. 4:2 en 6:8 bij zichzelf zweert. De samenstelling vinden we ook in Ps. 47:5 en Am. 6:8. In het laatstgenoemde vers heeft de term een ongunstige klank.↩︎

Scroll naar boven