Marcus 1,1-11

 


1
Begin van het evangelie van Jezus Christus.
2
Zoals geschreven staat in Jesaja de profeet:
zie, ik zend mijn bode voor je aangezicht,1
die je weg zal bereiden;
3
’t geluid van een roepende in de woestijn2 :
maak de weg van de Heer klaar,3
maak zijn paden recht.
4
En het geschiedde:
Johannes doopte in de woestijn,
en verkondigde een doop van bekering
tot vergeving van zonden;
5
en heel het Judese land
trok naar hem uit
— ook de Jeruzalemmers allemaal —
en lieten zich dopen door hem
in de rivier de Jordaan,
onder het belijden van hun zonden;
6
en Johannes was gekleed in kamelenhaar,
en een leren gordel had hij om zijn middel,
en hij at sprinkhanen en wilde honing;
7
en hij verkondigde en zei:
Na mij komt hij die sterker is dan ik,
ik, die niet geschikt ben om te bukken
en de riem van z’n sandalen los te maken;
8
ik doopte jullie met water
hij zal jullie dopen met heilige geest.
9
En het geschiedde in die dagen:
Jezus kwam van Nazareth van Galilea
en werd gedoopt in de Jordaan door Johannes,
10
en direct toen hij uit het water opkwam
zag hij de hemelen zich scheuren
en de geest als een duif neerdalen op hem.
11
En het geschiedde:
een stem uit de hemelen [die zei]4 :
jij bent mijn zoon, de geliefde,
in jou heb ik welbehagen.
 

Noten

  1. Vgl. Mal. 3:1↩︎

  2. Vgl. Jes. 3:1↩︎

  3. Vgl. Joh. 1:23↩︎

  4. Vgl. Ps. 2:7, Jes. 42:1↩︎

Scroll naar boven