Johannes 8,21-36

 


Jezus in doorgaande polemiek met de Judeeers

over (heen)gaan en (vandaan)komen; via de vraag wie Jezus is gaat het daarna over Jezus’ band met zijn zender; via de geloofsreactie gaat het tenslotte over waarachtig vrij zijn

Johannes 8, 21-36

21
Hij zei1 toen weer tegen hen:
Ik ga heen
en jullie zullen mij zoeken,
en2 in jullie zonde zullen jullie sterven.
Waar ik heenga kunnen jullie niet komen.
22
De Judeeërs3 zeiden toen:
Hij zal zichzelf toch niet doden? –
dat hij zegt: waar ik heenga kunnen jullie niet komen…
23
Hij zei tegen hen:
Jullie zijn uit4 beneden,
ik ben uit boven.
Jullie zijn uit deze wereld5,
ik ben niet uit deze wereld.
24
Ik heb jullie dus gezegd:
jullie zullen sterven in je zonden6 .
Want als jullie niet geloven dat ik (het) ben7,
zullen jullie sterven in je zonden.
25
Toen zeiden ze tegen hem:
Jij – wie ben jij?!
Jezus zei tegen hen:
Wat ik (vanaf) het begin tot jullie spreek8
26
Veel heb ik over jullie te spreken en te oordelen9,
maar hij die mij gezonden heeft is waarachtig10,
en ik11 – wat ik van hem gehoord heb, dat spreek ik tot de wereld.
27
Zij12 onderkenden niet,
dat hij dit tot hen zei over de vader.
28
Dus zei Jezus tegen hen:
Wanneer jullie de mensenzoon verhoogd hebben,
dan13 zullen jullie onderkennen dat ik (het) ben
en vanuit mezelf niets doe,
maar zoals de vader mij onderricht heeft, dat spreek ik.
29
En hij die mij gezonden heeft is met mij.
Hij heeft mij niet alleen gelaten,
omdat ik altijd doe wat hem welgevallig is.
30
Toen hij dat sprak, gingen velen in hem geloven.
31
Dus zei Jezus tegen de Judeeërs die in hem waren gaan geloven:
Als jullie bij14 het woord blijven – dat van mij15 –,
zijn jullie waarachtig16 leerlingen van mij,
32
en zullen jullie de waar(achtig)heid17 onderkennen,
en die18 waar(achtig)heid zal jullie vrijmaken19 .
33
Zij antwoordden tot hem:
Zaad van Abraham zijn wij
en aan niemand hebben wij ooit als slaaf20 toebehoord!
Hoe kun jij zeggen:
jullie zullen vrij worden?
34
Jezus antwoordde hen:
Zeker, zeker zeg ik jullie:
alwie de21 zonde doet22 is een slaaf van de zonde.
35
Maar de slaaf blijft niet in het huis tot in der eeuwigheid,
de zoon23 blijft er tot in der eeuwigheid.
36
Als dan die24 zoon jullie vrij zal maken,
zullen jullie wezenlijk25 vrij zijn.26
 

Noten

  1. de NBV voegt onnodig breedsprakig toe: “Hij nam opnieuw het woord”↩︎

  2. NBV: ‘maar’↩︎

  3. ik volg met ook wel weer aarzelingen de vertaling van de Naardense Bijbel; het gaat hier toch bij uitstek om de Judese tegenstanders van de (Galilese) Jezus↩︎

  4. het Griekse ‘ek’ laat ik met alle nadruk klinken door de vertaling ’uit’↩︎

  5. NBV: “u hoort bij deze wereld”; jammer, onnodige en verwarrende parafrasering↩︎

  6. nu meervoud, in vs. 21 enkelvoud↩︎

  7. de Naardense Bijbel vertaalt verwijzend: “dat Ik-ben (Ex. 3,14) het is↩︎

  8. onzekere vertaling, ik volg ongeveer de Herstelde Statenvertaling; de Naardense Bijbel leest met het kritisch apparaat: “(van) het begin (heb ik gezegd) wat ik tot u ook uitspreek”↩︎

  9. NBV: “veel in uw nadeel”; jammer dat het woord ‘oordelen’ zo wegvalt↩︎

  10. betrouwbaar↩︎

  11. met nadruk↩︎

  12. NBV: “De mensen”↩︎

  13. met nadruk↩︎

  14. letterlijk: ‘in’↩︎

  15. heel nadrukkelijk↩︎

  16. echt een Johannes-woord: 55 van de 185 x dat afleidingen van dit woord in het NT voorkomen komen uit Johannes’ evangelie; in alle Johannes-geschriften komt het 93 x voor, dus de helft van alle NT-plaatsen↩︎

  17. ‘waarachtigheid’ is veelzeggender dan het algemene en vlakkere ‘waarheid’↩︎

  18. ‘die’ vanwege de voortgezette samenhang↩︎

  19. de woorden ‘vrij’ en ‘vrijmaken’ komen bij Johannes alleen hier voor, en wel 4 x↩︎

  20. zo vertaald vanwege het woord ‘slaaf’ in vs. 34↩︎

  21. let op het lidwoord↩︎

  22. NBV vervlakt tot “zondigt”↩︎

  23. in de NBV met een hoofdletter↩︎

  24. weer ‘die’ vanwege de voortgezette samenhang↩︎

  25. zo Naardense Bijbel↩︎

  26. je zou deze perikoop kunnen onderverdelen in 3 subdelen: 21-24 over (heen)gaan en (vandaan)komen; via de vraag van 25 gaat het dan naar 26-29 over Jezus’ band met zijn zender; via de geloofsreactie in 30 gaat het dan naar 31-36 over waarachtig vrij zijn↩︎

Scroll naar boven