Johannes 3,1-16

 


1
En er was een mens uit de Farizeeërs
— Nikodemus zijn naam –
een overste van de Judeeërs1 ;
2
deze kwam tot hem in de nacht en zei hem:
Rabbi,
wij weten dat u van godswege bent gekomen als leraar;
want niemand kan2 die tekenen doen die u doet,
als God niet met hem is.
3
Jezus antwoordde en zei hem:
Wis en waarachtig, ik zeg je
als iemand niet opnieuw3 geboren wordt
kan hij het koninkrijk van God niet zien.
4
Nikodemus zei tot hem:
Hoe kan een mens geboren worden als hij oud is?
Hij kan toch niet de schoot van zijn moeder
voor de tweede maal binnengaan4 en geboren worden?
5
Jezus antwoordde:
Wis en waarachtig, ik zeg je,
als iemand niet wordt geboren uit water en geest
kan hij niet binnengaan in het koninkrijk van God.
6
Wat uit het vlees geboren is, is vlees,
en wat uit de geest geboren is, is geest.
7
Verwonder je niet dat ik je gezegd heb:
Jullie moeten opnieuw geboren worden.
8
De wind5 waait waarheen hij wil
en je hoort zijn geluid,
maar je weet niet vanwaar hij komt
en waarheen hij gaat;
zo is het met ieder die is geboren uit de geest.
9
Nikodemus antwoordde en zei hem:
Hoe kan dat alles geschieden?
10
Jezus antwoordde en zei hem:
Jij bent de leraar van Israël
en deze dingen ken je niet?
11
Wis en waarachtig, ik zeg je:
wat wij weten, (daarvan) spreken we
en wat wij gezien hebben, (daarvan) getuigen we,
en ons getuigenis nemen jullie niet aan.
12
Als ik jullie sprak over aardse zaken
en jullie vertrouwden6 niet
hoe zullen jullie vertrouwen
als ik jullie over hemelse zaken spreek?
13
En niemand is opgestegen naar de hemel
dan hij die ook uit de hemel is neergedaald,
de mensenzoon.
14
En zoals Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft
zo moet de mensenzoon verhoogd worden
15
opdat ieder die vertrouwt
in hem eeuwigheidsleven mag hebben.
16
Want zó heeft God de wereld liefgehad
dat hij de eniggeboren zoon gegeven heeft
opdat ieder die op hem vertrouwt
niet verloren zal gaan
maar eeuwigheidsleven mag hebben.
 

Noten

  1. Voorlopig houden we het op de bevolkingsgroep uit Judea!↩︎

  2. vermag, is in staat. Zo ook vss. 3, 4, 5 en 9↩︎

  3. ook wel: van boven. Zie ook vs. 7↩︎

  4. dit werkwoord wordt in vs. 7 gebruikt voor het binnengaan in Gods koninkrijk↩︎

  5. zelfde woord als ‘geest in vs 5 en 6↩︎

  6. ik gebruik liever het woord ‘vertrouwen’ voor pisteuo dan ‘geloven’. Zie ook vss 15 en 16↩︎

Scroll naar boven