Johannes 9,1-13

 


1
En in het voorbijgaan zag hij een mens,
blind vanaf zijn geboorte.
2
En zijn leerlingen vroegen hem, zeggend:
Rabbi, wie heeft gezondigd,
deze of zijn ouders,
dat hij blind is geboren?
3
Jezus antwoordde:
Noch deze heeft gezondigd, noch zijn ouders,
maar1 opdat de werken van God
openbaar worden in hem.
4
Wij moeten werken (aan)2 de werken
van hem die mij gezonden heeft
zolang het dag is;
er komt een nacht
waarin niemand kan werken.
5
Zolang ik in de wereld ben,
ben ik licht voor de wereld.
6
Toen hij dat gezegd had spuwde hij op de grond
en maakte slijk uit het speeksel
en hij zalfde3 het slijk op zijn ogen
7
en zei tot hem:
Ga je wassen in het bassin van Siloam,
dat vertaald wordt met: heengezonden.
Hij ging er dus heen en waste zich
en kwam ziende terug.
8
De buren nu, en zij die hem vroeger
beschouwd hadden als zijnde een bedelaar, zeiden:
Is deze niet degene
die zat te bedelen?
9
Sommigen zeiden:
Deze is het,
anderen zeiden:
Nee, maar hij lijkt op hem.
Hijzelf zei:
Ik ben (het)4 .
10
Zij nu zeiden tot hem:
Hoe zijn dan je ogen geopend?
11
Hij antwoordde:
De mens, genaamd Jezus
maakte slijk, zalfde mijn ogen en zei me:
‘Ga naar Siloam en was je’;
ik ben dus gegaan, heb me gewassen
en ik zie.
12
En zij zeiden tot hem:
Waar is diegene?
Hij zei:
Ik weet het niet.
13
Zij brachten hem naar de farizeeërs,
(hij)die vroeger blind was.
 

Noten

  1. dit is gebeurd↩︎

  2. in de zin van: ten uitvoer brengen↩︎

  3. Nestlé 2012, 28e editie heeft gekozen voor de handschriften met ‘zalven’ in plaats van ‘opleggen’↩︎

  4. er staat slechts ‘ego eimi’; het zou een verwijzing naar de godsnaam kunnen zijn. Daarvan zijn bij Johannes meer voorbeelden!↩︎

Scroll naar boven