Jesaja 43,8-13

 


8
Laat1 aantreden
het blinde volk2, dat [toch] over ogen beschikt
die doven, die [toch] oren hebben.
9
[Nu]3 zijn alle naties samen bijeen
en verzameld alle volkeren.
Wie onder hen4 (namelijk hun goden) verkondigt dit:
geeft ons iets uit het eerdere gebeuren te horen?
Laat ze hun getuigen leveren
om hun recht [van spreken] te bewijzen
zodat men het hoort en zegt: betrouwbaar5 is het!
10
Jullie echter zijn míjn getuigen
– godsspraak van JHWH –
mijn knecht die ik heb uitverkoren
opdat jullie [mij] erkennen
op mij vertrouwen
en begrijpen dat ik het ben (die zoiets deed).
Vóór mij werd geen godheid6 gevormd
en ná mij zal er geen zijn.
11
Ik, ik ben JHWH
buiten mij is er geen bevrijder.
12
Ik ben het die het heeft verkondigd
die bevrijding bracht
die het liet horen
geen vreemde [godheid] onder jullie.7
Jullie zijn mijn getuigen
– godsspraak van JHWH –
en ik ben de godheid.
 
13
ook van heden af aan ben ik het.
Er is er geen die ontrukt8 aan mijn hand.
Ik ben aan het werk!
Wie zou het keren?
 

Noten

  1. Perikoopafgrenzing: vers 8 en 13 kunnen bij de schriftlezing niet gemist worden. De kwestie who is who is op het eerste gehoor van de tekst niet duidelijk. Vandaar de toevoeging voor de lezing tussen ronde haken in vs 9 (vgl. ook vs 10).

    Voor het schema van deze ‘getuigenbijeenkomst’ zie: W. Beuken, Jesaja 2b [POT], 170; verkort:

    8 Oproep om Israël in de vergadering van de volken te laten aantreden.

    Constatering dat alle volken bijeen zijn.

    Rechtsvraag: Welke godheid deed zoiets: gebeuren uit het verleden van te voren verkondigen, dat

    zich vervolgens ook voltrok?

    Israël tot getuige van JHWH benoemd: JHWH is het die dat deed!

    13 Ook in de toekomst zal hij dat doen.↩︎

  2. Nl. Israël, dat in de vergadering van het vervolg (oog– en oor)getuige van JHWH moet zijn.↩︎

  3. Constatering binnen de enscenering van de vergadering in 8 en 9ab.↩︎

  4. Hier moeten de godheden van de naties bedoeld zijn; bahem, vgl bakhem in vs 12. Het woord ‘goden’ wordt vermeden om alle nadruk te laten vallen op de volkeren als getuigen.↩︎

  5. Betrouwbaar, vgl vs 10e; vertrouwen.↩︎

  6. Vertaling van El (oppergod in het pantheon).↩︎

  7. Zie noot bij vs 9.↩︎

  8. Nl. de zonen en dochters van 43,6.↩︎

Scroll naar boven