Exodus 16,28-36
- Vertaling: Richtsje Abma
- voor 26 april 2020: 3e van Pasen (A-jaar)
- uit Exodus: Exodus 16,28-36
28
JHWH zei tot Mozes:
Hoe lang nog weigeren jullie
mijn geboden en mijn onderwijzingen te bewaren?
29
Zie toch, dat JHWH jullie de sabbat heeft gegeven.
Daarom geeft hij jullie op de zesde dag brood voor twee dagen.
Blijf ieder waar je bent,
trek niet weg van je plaats op de zevende dag.
30
Zo rustte1 het volk op de zevende dag.
31
Het huis Israël noemde het ‘manna’ —
het was als korianderzaad, wit,
en de smaak ervan als honingkoek.
32
33
Mozes zei tot Aäron:
Neem een kruik4
en doe daarin één omer vol manna.
en leg dat neer voor het aangezicht van JHWH
om te bewaren door jullie generaties heen.
34
Zoals JHWH Mozes geboden had,
zo legde Aäron het neer voor het aangezicht van de Getuigenis
om te bewaren.
35
De kinderen van Israël nu aten het manna veertig jaar lang,
totdat ze in bewoond land kwamen;
het manna aten ze tot ze kwamen
aan de rand van het land Kanaän.