Efeziërs 1,17-23

 


17
Het gaat er om1 dat de God van onze Heer Jezus Christus,
de Vader in volle lichtgans2,
aan jullie geeft de Geest van wijsheid en openbaring
die bestaat in de kennis van Hem.
18
Dat Hij de ogen van het hart verlicht
zodat jullie weten
wat de hoop is waartoe Hij ons roept,
wat de rijkdom is van zijn volle lichtglans
als zijn erfenis in de heiligen,
19
en wat de overtreffende grootheid is
van zijn explosieve kracht3 naar ons toe die geloven,
in overeenstemming met de doorwerking van zijn intense kracht,
20
die Hij werkzaam heeft gemaakt in de Gezalfde
door Hem op te wekken uit de doden
en Hem te doen zetelen aan zijn rechterhand, in de hemelen,
21
zeer verheven boven alle gezag en, macht en kracht en heerschappij,
en alle naam die genoemd wordt,
niet alleen in deze eeuw maar ook in de toekomende.
22
En alles heeft Hij onder zijn voeten geordend4,
en Hem heeft Hij gegeven als hoofd boven alles aan zijn gemeente5,
23
die (toch) zijn lichaam is,
die de volheid is van hem die alles in allen vervult.
 

Noten

  1. de perikoop begint in een lopende zin. Het eerste woord is ἵνα, finaal of consecutief, wat ik enigszins vrij vertaald heb met: het gaat er om dat.↩︎

  2. τῆς δόξης heb ik eschatologisch vertaald als ‘volle lichtglans’.↩︎

  3. τῆς δυνάμεως αὐτοῦ is kracht als explosieve kracht op ons af (εἰς) waardoor wij die geloven leven in de doorwerking van zijn sterke kracht (Murre 843). Het εἰς (naar ons toe) correspondeert in de taal van de tekst met de ἐλπίς, hoop waartoe hij ons roept. Doorwerking van zijn intense kracht: in het woord ἐνέργεια ↩︎

Scroll naar boven