Openbaring 1,9-20

 


28 april, 2e van pasen Openbaring 1:9-20 Leen de Ronde Harry Pals

9
Ik Johannes,
jullie broeder en deelgenoot in de verdrukking,
én in koningschap en volharding door Jezus,
bevond mij op het eiland, genaamd Patmos,
vanwege het woord van God
en het getuigenis van Jezus.
10
Ik kwam in geest(vervoering) op de dag van de Heer
en ik hoorde achter me een grote stem,
als van een bazuin, zeggende:
11
Schrijf wat je ziet in een boek
en zend het naar de zeven gemeenten,
in Efeze, in Smyrna, en in Pergamum,
in Thyatira en in Sardis, in Filadelphia en in Laodicea.
12
En ik keerde mij om,
om de stem te zien,
wie er met mij sprak.
En mij omkerende,
zag ik zeven gouden kandelaren
13
en te midden van de kandelaren
iemand gelijk een mensenzoon,
bekleed tot op de voeten,
omgord met een gouden borstgordel.
14
Maar zijn hoofd en ook zijn haren
waren wit als witte wol, als sneeuw,
en zijn ogen als een vuurvlam,
15
en zijn voeten waren gelijk roodkoper,
als in een brandende oven,
en zijn stem was als de stem van een watervloed.
16
In zijn rechterhand had hij zeven sterren
en van zijn mond ging
een tweesnijdend scherp zwaard uit.
En zijn aangezicht was als de zon,
die schijnt in zijn kracht.
 
17
En toen ik hem zag,
viel ik als dood voor zijn voeten,
en hij legde zijn rechterhand op mij, zeggend:
Vrees niet, ik ben het,
de eerste en de laatste, en de levende !
18
k ben dood geweest
en zie, levend ben ik in de eeuwen der eeuwen.
En ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk.
19
Schrijf dan wat je gezien hebt,
wat er is en wat staat te gebeuren, hierna.
20
Het geheim van de zeven sterren,
die je hebt gezien op mijn rechterhand,
en de zeven gouden kandelaren,
deze zijn de zeven engelen van de zeven gemeenten
en de zeven kandelaren zijn de zeven gemeenten.
Scroll naar boven