Lucas 13,22-30

 


22
En Hij trok verder
door steden en dorpen,
onderwijzend onderweg1
naar Jeruzalem.
23
En iemand zei tegen Hem:
Zijn het weinigen die behouden worden?
Hij zei tegen hen:
24
Strijd2 om binnen te komen door de smalle deur;
want velen, zeg ik u, zullen zoeken3 binnen te komen,
en ze zijn er niet sterk genoeg4 voor;
2
vanaf het moment dat de huiseigenaar opstaat en de deur afsluit,
beginnen jullie met er buiten te staan
en op de deur te kloppen
terwijl jullie zeggen:
Heer doe ons open
en als antwoord zegt hij5 tegen jullie:
Ik weet niet waar jullie vandaan zijn.
26
Dan zullen jullie beginnen te zeggen:
we aten en dronken tegenover6 u
en u onderrichtte in onze straten,
27
dan zal hij nadrukkelijk zeggen7 tegen jullie:
ik weet niet waar jullie vandaan zijn,
ga weg van mij,
al jullie bewerkers van ongerechtigheid8
28
daar zal geween zijn en tandengeknars
wanneer jullie Abraham, Izaak, Jakob
en al de profeten zien in het Koninkrijk van God
en jullie zelf uitgesmeten naar buiten.
29
en zij zullen komen van het oosten
en het westen en van noorden en het zuiden
en zij zullen aan tafel aanliggen in het Koninkrijk van God.
30
en zie:
er zijn laatsen die eersten zullen zijn
en er zijn eersten die laatsten zullen zijn.
 

Noten

  1. Veel vertalingen geven hier een werkwoord. Maar in het Grieks staat er een zelfstandig naamwoord in de accusatief↩︎

  2. ἀγωνίζομαι (staat 9 maal in Nestle-Alland), streven/strijden heeft iets in zich van „je uiterste best doen” (zo Louw-Nida.↩︎

  3. ζητέω — zoeken↩︎

  4. Er staat in het Grieks een ontkenning van ἰσχύω sterk zijn. „niet kunnen”, „niet slagen” is niet mijn keuze voor vertaling↩︎

  5. letterlijk vertaald: antwoordend zegt hij↩︎

  6. ἐνώπιον is: tegenover u, voor uw ogen face tot face↩︎

  7. ἐρεῖ λέγων — de twee Griekse woorden voor zeggen vertellen, de eerste in toekomende tijd, de tweede een participium in tegenwoordige tijd. Vandaar: nadrukkelijk zeggen.↩︎

  8. citaat uit Psalm 6:9↩︎

Scroll naar boven