Efeziërs 3,1-12

 


Ik heb een vertaling van het HELE hoofdstuk gemaakt; ook heb ik een mogelijke indeling aangegeven.

Deel I: de volkeren geroepen (vs. 1-5)

1 Daarom ben ik, Paulus,

de gebondene van Christus Jezus:

omwille van jullie, de volkeren;

2 jullie hebben immers gehoord

van de ekonomie van Gods genade,

die mij gegeven is met het oog op jullie:

3 dat aan mij door openbaring

het geheimenis bekend is gemaakt,

zoals ik al eerder kort heb geschreven;

4 verder kunnen jullie bij het lezen

mijn inzicht in het geheimenis van Christus bemerken,

5 dat bij andere geslachten

niet aan de mensenkinderen bekend werd gemaakt

op de manier zoals het nu geopenbaard is

aan zijn heilige apostelen en profeten

in de Geest, [namelijk]:

Deel II: het geheimenis (vs. 6-7)

6 dat de volkeren MEDE erfgenaam zijn

en MEDE lichaam zijn

en MEDE deel hebben

aan de belofte in Christus Jezus

door de goede boodschap,

7 waarvan ik diaken [dienaar] geworden ben

overeenkomstig het geschenk van Gods genade,

die mij gegeven is,

overeenkomstig de inwerking van zijn macht.

Deel III: opdracht van de apostel (vs. 8-13)

8 Aan mij, de geringste van alle heiligen,

werd deze genade gegeven:

om aan de volkeren

de ondoorgrondelijke rijkdom van Christus te boodschappen,

9 en om aan het licht te brengen

wat de ekonomie van het geheimenis is,

dat van eeuwigheid af verborgen was in God,

die alles heeft geschapen,

10 opdat nu de bonte wijsheid van God

door de gemeente bekend gemaakt zou worden

aan overheden en machten in de hemelen,

11 naar het voornemen van eeuwigheid af,

dat hij werkelijkheid heeft doen worden

in Christus Jezus, onze Heer;

12 in hem hebben wij vrijheid van spreken

en toegang, in vertrouwen,

door zijn geloof [of: door het geloof in hem];

13 daarom bid ik jullie niet moe[deloos] te worden

bij de verdrukkingen die ik omwille van jullie lijd:

want dit is jullie glorie!

Deel IV: gebed (v. 14-19)

14 Daarom buig ik mijn knieen voor de Vader;

15 uit hem krijgt elk vaderschap

in hemel en op aarde z`n naam;

16 moge Hij jullie geven

in z`n rijke heerlijkheid

dat jullie door zijn Geest

met kracht worden gesterkt

in de innerlijke mens;

17 moge Christus onderdak krijgen

in jullie harten, door het geloof;

jullie die in liefde wortelen

en daarin je fundament hebt!

18 Dat jullie sterk (genoeg) zullen zijn

om samen met al de heiligen te vatten

wat de breedte en lengte

en hoogte en diepte is,

19 en de liefde van Christus te kennen,

die al het bekende te boven gaat

opdat jullie er vol van worden,

zo vol als God zelf.

Deel V: lofprijzing (v. 20-21)

20 Hem nu,

die in staat is meer dan alles te doen,

overvloediger dan waarom wij bidden

of ook maar bevatten

overeenkomstig de inwerking van zijn macht in ons

21 HEM zij de glorie in de gemeente

en in Christus Jezus van geslacht tot geslacht,

tot in de eeuwen der eeuwen,

amen.

Scroll naar boven