Marcus 3,20-35

 


cartoons

20
Dan komt hij thuis.
En opnieuw komt er een menigte bijeen,
zodat zij zelfs geen brood kunnen eten.
21
Toen zijn naaste verwanten het ook hoorden,
trokken ze er op uit, om hem te grijpen.
Want zeiden ze:
Hij is uitzinnig!
22
En de schriftgeleerden
en die uit Jeruzalem afgedaald waren, zeiden:
Hij heeft Beëlzebul,
en door de aanvoerder van de demonen
werpt hij demonen uit.
 
23
Terwijl hij hen tot zich riep,
sprak hij tot hen in gelijkenissen:
Hoe kan de satan de satan uitwerpen?
24
En als een koninkrijk tegen zichzelf verdeeld is,
hoe kan dat koninkrijk stand houden?
25
En als een huis tegen zichzelf verdeeld is,
hoe zal dat huis kunnen bestaan?
26
Als de satan tegen zichzelf opstaat en verdeeld is,
kan hij niet bestaan,
maar komt hij aan z´n eind.
27
Niemand kan echter
het huis van een sterke binnengaan
en zijn huisraad wegroven,
als hij niet eerst die sterke gebonden heeft,
en dan zal hij zijn huis beroven.
28
Amen, ik zeg jullie:
alles zal de mensenkinderen vergeven worden,
de vergrijpen en de lasteringen,
wat ze ook gelasterd zullen hebben.
29
Wie evenwel de heilige Geest belasteren zal,
heeft in eeuwigheid geen vergeving,
maar is schuldig aan een eeuwig vergrijp.
30
Omdat ze zeiden:
Hij heeft een onreine geest!
31
Wanneer zijn moeder en zijn broeders komen
stellen zij zich buiten op,
en zonden iemand tot hem om hem te roepen.
32
En de menigte zat rondom hem,
als zij hem zeggen:
Zie, uw moeder, uw broeders en zusters
zijn buiten en zij zoeken u!
33
En antwoordend zegt hij hen:
Wie is mijn moeder en broeders?
34
En de kring rondziende
die om hem heen gezeten is, zegt hij:
Zie, mijn moeder en mijn broeders!
35
Wie de wil van God doet,
die is mijn broeder en zuster en moeder!
Scroll naar boven