Jozua 5,1-12

 


Vertaling: SHA

1
Het geschiedde zodra ze het hoorden
al de koningen van de Amorieten
aan de andere kant van de Jordaan in de richting van de zee
en al de koningen van de Kanaänieten bij de zee
dat JHWH het water van de Jordaan had laten opdrogen
voor de kinderen van Israël uit
totdat wij overgetrokken waren1
dat hun hart versmolt
en zij geen geestkracht meer hadden
vanwege de kinderen van Israël.
 
10
De kinderen van Israël legerden zich te Gilgal.
Toen richtten zij het pesach aan
op de veertiende dag van de maand ´s avonds in de vlakten van Jericho.
11
Zij aten wat ze zomaar van het land konden trekken
op de dag na het pesach
matses en geroosterd graan
juist op die dag.
12
Het manna hield die volgende morgen op
toen zij konden eten van wat je van het land kunt trekken
en er was geen manna meer voor de kinderen van Israël
zij aten van de opbrengst van het land Kanaän
in dat jaar.
 

Noten

  1. Hier wordt de ketief gevolgd; vgl. Joz. 4:22-23. Vgl. verder Ex. 15:14-16. Qeree: `hun overtrekken´: totdat ze overgetrokken waren.↩︎

Scroll naar boven