Jeremia 31,15-17

 

15
Zo zegt JHWH:
Een stem wordt in Rama gehoord
een klacht, een bitter geween:
Rachel wenend over haar kinderen
weigert troost te zoeken over haar kinderen:
ze zijn weg!
16
Zo zegt JHWH:
Weerhoud je stem van geween
en je ogen van tranen;
er is loon voor je arbeid1
— uitspraak van JHWH —
zij zullen terugkeren uit vijandelijk land;2
17
en er is hoop voor je toekomst
— uitspraak van JHWH —:
de kinderen3 zullen naar hun gebied4 terugkeren.
 

Noten

  1. Lastige uitdrukking. Pe`ula komt meestal parallel aan sachar voor (zo …) en betekent dan eveneens `loon´; als `menselijke arbeid´ volgens HALOT alleen nog … Ongeveer `loon naar werken´.↩︎

  2. Vanwege het ontbrekende lidwoord niet `het´ land (vgl. Naardense Bijbel).↩︎

  3. De Naardense bijbel doet hier iets vreemds, vertaalt banim met `zonen-en-dochters´, wat op zich wel kan maar dan ook consequent, `eendere woorden eender´ naar het eigen adagium. Nu lijkt het alsof er een ander woord staat dan in vs. 13.↩︎

  4. Gebied´ klinkt een beetje koel en kadasterachtig, maar `land´ wil ik reserveren voor ´eretz en `grond´ voor ´adama.↩︎

Scroll naar boven