Hooglied 8,5-7

 


Vertaling: Societas Hebraica Amstelodamensis

==[koor:]1

5
Wie stijgt daar op uit de woestijn,
leunend op haar liefste?
 
[zij:]
 
Onder de appelboom wekte ik je.
Daar kreeg je moeder weeën van jou,
daar heeft ze jou met weeën gebaard.
6
Leg mij als een zegel op je hart,
als een zegel op je arm,
want sterk als de dood is de liefde,
hard als de onderwereld de hartstocht.
Haar pijlen zijn pijlen van vuur,
een vlam van de heer.
7
Vele wateren kunnen de liefde niet blussen,
rivieren spoelen haar niet weg.
Als iemand al de rijkdommen van zijn huis voor de liefde zou geven,
men zou hem smadelijk verachten.
 

Noten

  1. Om de verschillende stemmen te onderscheiden is er voor gekozen die aan te geven met behulp van tussenkopjes, waarbij drie `personages´ worden onderscheiden: het meisje (zij), de jongen (hij) en een derde partij, die als koor wordt aangeduid.↩︎

Scroll naar boven