Handelingen 10,34-38

 


Petrus op bezoek bij Cornelius

34
Petrus opende zijn mond en zei:
naar waarheid begrijp ik nu,
dat God niet vooringenomen1 is,
35
maar in elk volk is, wie Hem vreest
en werken van gerechtigheid doet,
Hem welgevallig.
36
Hij heeft het woord gezonden
aan de kinderen van Israël
en vrede verkondigd door Jezus Christus,
die heer van allen is.
37
Jullie weten van het gesprokene dat geschied is
in heel Judea2
beginnend in Galilea
na de doop die Johannes predikte;
38
hoe God Jezus van Nazaret zalfde
met heilige Geest3 en kracht.
Hij is weldoend rondgetrokken
en helend allen die gebukt gingen
onder de kracht van de duivel,
omdat God met hem was.
 

Noten

  1. zo ook NaB;lett. (de mens) nemen zoals hij zich voordoet↩︎

  2. Gr.Joudaia hier liever aldus vertalen(i.t.t. NBV, die suggestief ‘het Joodse land’ vertaalt).Bovendien volgt direct ‘Galilea’ Het zijn twee streken in het land↩︎

  3. NB. er staat niet: ‘de’ heilige Geest!↩︎

Scroll naar boven