Lucas 19,41-48

 


Jezus nadert zijn bestemming: de stad — en hij doorziet haar, tot zijn verdriet, en tot woede van de elite

41
En toen hij naderde1
42
hij zei:
Als jij — ja jij! — toch onderkende op deze dag
wat tot vrede leidt…!
Maar nu is het verborgen voor jouw ogen3
43
dat er dagen4 over je zullen komen
waarop je vijanden wallen tegen je zullen opwerpen,
je omsingelen
en je van alle kanten omklemmen,
44
jou en je kinderen in je de grond instampen
en geen steen op steen laten in jou —
vanwege dat je niet onderkende
het moment dat je bezocht werd!5
45
En toen hij binnenging in de tempel,
46
hij zei tegen hen:
Er staat geschreven:
`Mijn huis zal7 een huis van gebed zijn´, [Jes. 56,7]
maar jullie — jullie hebben het gemaakt tot `een rovershol´ [Jer. 7, 11]
47
En hij was daar,
48
maar ze vonden geen manier om dat te doen,
 

Noten

  1. de NBV laat `naderen´ vallen↩︎

  2. de NBV vult in `het lot´↩︎

  3. de NBV laat zoals steeds `ogen´ weg↩︎

  4. de NBV vervlakt zoals steeds `dagen´ tot `tijd´↩︎

  5. de NBV vult in `Gods ontferming´↩︎

  6. sterker dan `weg´ — NBV↩︎

  7. futuraal, niet `moet´, zoals NBV↩︎

  8. een speciaal en heftig woord↩︎

Scroll naar boven