Jesaja 60,1-6
- Vertaling: Karel Deurloo
- voor 6 januari 2013: Epifanie (C-jaar)
- uit Jesaja: Jesaja 60,1-6
[de vrouwe die Sion blijkt te zijn wordt toegesproken]
1
2
Want zie, duisternis bedekt [nog]2 de aarde
donkerheid de volken
maar over jou straalt JHWH
zijn heerlijkheid wordt over jou zichtbaar.
3
Naties gaan naar je licht
koningen naar je stralende schijnsel
4
5
Dan zul je het zien en glanzen
van [vreugde]schrik zwelt je hart
want zeegedruis5 overrompelt je:
een leger van naties, ze komen naar je toe.
6
Een vloed van kamelen overdekt je [land]
Dromedarisveulens uit Midian en Efa.
Allen komen ze uit Saba
goud en wierook dragen ze aan.
De lofprijzingen voor JHWH proclameren ze.
Noten
-
‘schitteren’ [NBV] betekent iets anders.↩︎
-
yiqtol-vorm, vgl. Buber.↩︎
-
Q-b-ts: verzamelen spec. van de ballingen, vgl. bv. Jes. 43: 5 etc. De naties die komen in vs 3, blijken hier zelf ballingen te brengen.↩︎
-
‘-m-n . verzorgen, vertroetelen.↩︎
-
zee van volken: vgl Gen. 17,4 vv. Voor de namen hieronder vgl. Gen. 25,2.13.↩︎