Galaten 4,1-7

 


Paulus associeert verder op het begrip ‘erfgenaam’, dat geeffectueerd wordt voor Galaten en Joden met de komst van Christus

1
Ik wil maar zeggen:
zolang de erfgenaam een kind1 is,
verschilt hij niets van een slaaf,
ook al is hij heer van alles;
2
maar hij staat onder toezichthouders en zaakwaarnemers,
tot het moment dat tevoren door de vader is bepaald.
3
Zo was het ook met ons, toen wij kinderen waren:
we waren onder de wereldelementen2 slaaf gemaakt3 .
4
Maar toen de volheid4 van de tijd gekomen was
heeft de vader zijn zoon uitgezonden,
geworden5 uit een vrouw,
geworden6 onder het wetsonderricht,
5
opdat hij hen7 die onder het wetsonderricht zijn zou loskopen8,
opdat wij de rang van zonen-en-dochters9 zouden ontvangen10 .
6
Omdat jullie zonen-en-dochters zijn
heeft God de geest van zijn zoon uitgezonden11 in onze harten12,
schreeuwend: abba! vader!
7
Zodat je niet meer slaaf bent13, maar zoon-en-dochter;
en als je zoon-en dochter bent, dan ook erfgenaam –
door God.
 

Noten

  1. de meeste vertalingen hebben ‘onmondig’, maar dat is een onnodige interpretatie↩︎

  2. NBV ‘machten’↩︎

  3. NBV ‘onderworpen’ is te weinig bijbels, vgl. Exodus↩︎

  4. dit woord verduistert de NBV↩︎

  5. klinkt de traditie van Joh. 1 (vss. 3, 14, 15, 17) door?↩︎

  6. ‘onderworpen’ (NBV) miskent de parallel↩︎

  7. de NBV maakt er ‘ons’ van↩︎

  8. NBV: ‘vrij te kopen van de wet’; staat er zo niet↩︎

  9. zo NB; ‘zoonschap’ vind ik een vreemd archaïsch woord en onnodig sexistisch↩︎

  10. ‘opdat wij zijn kinderen =zouden worden’ (NBV) is te vlak↩︎

  11. waarom ‘gegeven’ (NBV)?↩︎

  12. waar zijn de harten in de NBV gebleven?↩︎

  13. opvallend enkelvoud, ontgaat de NBV↩︎

Scroll naar boven