2 Samuël 23,1-7
- Vertaling: Joop Zuur
- voor 30 maart 2013: Paasnacht (C-jaar)
- uit 2 Samuël: 2 Samuël 23,1-7
Vertaling: Joop Zuur
1 Dit zijn de laatste woorden van David
Spreuk van David de zoon van Jesse
Spreuk van de held die hoog werd verheven
Gezalfde van de God van Jakob
lieflijk in de psalmen van Isra’l.
2 De Geest van de Heer spreekt in mij
zijn woord [is] op mijn tong.
3 Gesproken heeft de God van Isra’l
Tot mij sprak de rots van Isra’l:
Een rechtvaardig heerser over de mensheid
Een heerser in de vreze voor God
4 is als een licht in de morgen.
De zon komt op
een morgen zonder mist.
Vanuit de glans na de regen wordt de aarde groen.
5 Want is zo niet mijn huis bij God?
Een eeuwig verbond stelde hij immers voor mij
geordend, van alles voorzien1 en bewaard.
Ja, heel mijn bevrijding en heel mijn lust
zal hij die niet doen ontspruiten?
6 Maar die van Belial :2 ze worden als doornen weggeworpen
met de hand worden ze immers niet gegrepen.
7 Als iemand ze wil oppakken
hij voorziet zich van ijzer of hout van een speer
en in vuur branden ze, verbrand worden ze ter plaatse.3
Noten
1: Met een knipoog naar de middeleeuwse samenvatting van rabbijnse commentaren: ‘Sjulchan Aroekh’ de Torah als rijkelijk bedekte tafel
2: Letterlijk: het nietswaardige
3: Naardense Bijbel en Lysowski verwijzen naar het werkwoord ש×בת
Hier is gekozen voor יש×ב zoals BR, NBG en NRSV