1 Korintiërs 15,20-28

 


God alles in allen

“Het belang van de opstanding is dat mensen anders maar raak zouden leven” (Roukema)

20
Maar1 nu Christus2 is opgewekt uit de doden,
als eersteling3 der ontslapenen.
21
Aangezien immers door een mens: de dood,4
zo ook door een mens: opstanding der doden.5
22
Zoals immers in Adam allen sterven,6
zo ook zullen in Christus allen levend gemaakt worden.7
23
Maar ieder in de eigen rangorde8 :
als eersteling Christus, vervolgens die van Christus
bij zijn komst.9
24
Daarna het einde:10
wanneer hij het koningschap overgeeft aan God en Vader,
wanneer hij heeft vernietigd11 alle hiërarchie12
en alle macht13 en kracht14 .
25
Hij moet immers koning zijn
totdat hij alle vijanden onder zijn voeten heeft gelegd15 .
26
De laatste vijand die wordt vernietigd,16 is de dood.
27
Alles immers heeft hij onderworpen aan zijn voeten17 .
Wanneer hij dan zegt18 dat alles is onderworpen,
is blijkbaar hij uitgezonderd,
die alles aan hem heeft onderworpen.19
28
Wanneer dan alles aan hem onderworpen is,
zal ook hij, de zoon zich onderwerpen20
aan hem die alles aan hem heeft onderworpen,
opdat het zal zijn: God alles in allen!21
 

Noten

  1. zie voor heel hoofdstuk 15 ook Roukema: Paulus’ verhandeling over de opstanding, in: Interpretatie jrg21-2. “Paulus zit op de grenzen van wat hij onder woorden kan brengen” in Bouhuis/Deurloo: Dichter bij Paulus↩︎

  2. “werkelijk” voegt NBV zonder reden toe↩︎

  3. aparchè — degene die aan het hoofd van de volgelingen staat↩︎

  4. de dood niet als natuurverschijnsel, maar als vijandige macht, dus overwinbaar↩︎

  5. korte staccato zinnen in het Grieks↩︎

  6. herhaald en uitgewerkt in 45-49; cf. ook Rom5↩︎

  7. ook alle mensen (zoals bij Adam) of alleen degenen die in Jezus geloofden? (Roukema) Cf. Pop in PNT: alle Adamieten tegenover allen die van Christus zijn↩︎

  8. of opstelling; tagma — oorspr. militaire term, alleen hier in NT. Zie ook Tomson: Als dit uit de hemel is… over Joods-christelijke apocalyptiek pag302vv↩︎

  9. parousia — “zijn intocht als koning” vert. Brouwer. “in zijn toekomst” SV. “wanneer hij komt NBV↩︎

  10. telos — gebruikt als tegendeel van archè↩︎

  11. katargeoo aor.coj. – krachteloos maken↩︎

  12. archè↩︎

  13. exousia↩︎

  14. dunamis↩︎

  15. Ps110:1↩︎

  16. katargeoo↩︎

  17. Ps8:7↩︎

  18. eipei, aor.conj. als citaat: “alles is onderworpen” of (Pop) als futurum exactum: wanneer hij gezegd zal hebben↩︎

  19. upotassoo↩︎

  20. upotassoo – voegen naar de orde↩︎

  21. universalistisch vooruitzicht in een apocalyptische strijd (Roukema)↩︎

Scroll naar boven