1 Korintiërs 12,1-11

 


Hoe zul je ‘etnè’ (vs. 2) vertalen? Heidenen, volkeren, de anderen? Hier in 1 Kor. 12 weet ik geen echte oplossing.

1
Wat betreft de dingen van de Geest, broeders en zusters,
wil ik jullie niet onkundig laten.
2
Jullie weten dat toen jullie heidenen waren,
jullie je tot wat voor stemloze goden ook lieten heenvoeren.
3
Daarom laat ik jullie weten:
niemand die spreekt door de Geest van God, zegt:
vervloekt is Jezus;
en niemand kan zeggen:
Jezus is Heer —
behalve door de heilige Geest.
4
Er is een veelheid van gaven,
maar het is dezelfde Geest;
5
en er is een veelheid van diensten,
maar het is dezelfde Heer;
6
en er is een veelheid van doorwerkingen,
maar het is dezelfde God
die alles in allen bewerkstelligt.
7
Maar aan iedereen wordt
openbaarwording van de Geest gegeven,
tot heil van allen.
8
Want aan de één wordt door de Geest
spreken met wijsheid gegeven,
en aan een ander
spreken met kennis,
krachtens diezelfde Geest;
9
aan de één geloof
door diezelfde Geest,
aan de ander gaven van genezing
door die éne Geest;
10
aan de één doorwerking van krachten,
aan de ander profetie;
aan de één het onderscheiden van geesten,
aan de ander allerlei spraken,
aan weer een ander het vertalen van spraken.
11
Dit alles bewerkt één en dezelfde Geest,
die het iedereen afzonderlijk toebedeelt
zoals hij wil.
Scroll naar boven