Marcus 6,1-6
- Vertaling: Marianne Storm
- voor 8 juli 2012: 3e van de zomer (B-jaar)
- uit Marcus: Marcus 6,1-6
Nadat Jezus het dochtertje van jaïrus heeft doet opstaan – dit verhaal zegt alles over de synagoge, Israël, de bar mitswa, je bekennen tot torah, tot een manier van leven – bezoekt hij zijn vaderstad. Het bezoek van Jezus aan zijn ´patris´ (Nazareth wordt niet genoemd) is een bevreemdend gebeuren, geschiedenis. De mensen van zijn vaderstad zijn verbijsterd over zijn wijsheid en krachten, Jezus daarentegen juist over zijn onmacht tot handelen. Deze bevreemding (in het eigen huis: sabbat, synagoge) leidt bij de één tot ergernis, bij de ander tot verwondering.
Noten
-
Voor de vertaling heb ik me gebaseerd op de vertaling van Leen de Ronde in 2009 en die door Dirk Monshouwer in 2007.↩︎
-
Vaderstad of vaderland, Marcus noemt Nazaret niet, Matteüs ook niet in 13,53-58, Lucas wel in 4, 16-30. De context en situatie wijzen wel in de richting van Nazaret, dus ‘vaderstad’. Ook Murre laat de mogelijkheid vaderstad open, m.n. in Mt 13:54,57; Mc 6:1,4; Lc 4:23,24. Maar, met Frans Wiersma, de wezenlijke vraag is: waar is Jezus eigenlijk thuis?↩︎
-
Leen de Ronde vertaalt met “wie heeft hem de wijsheid gegeven …”, maar tis hoort hier m.i. bij sophia.↩︎
-
dunameis geef ik liever met ‘krachten’ weer dan zoals in Willibrord, NBV met ‘wonderen’.↩︎
-
Zoals in NB, mooier dan ‘gebeuren’, en wanneer Jezus iets doet, maakt hij toch wel geschiedenis…, zegt Frans Wiersma.↩︎
-
NBV: Nergens wordt een profeet zo miskend als … NB: een profeet blijft nooit ongeacht, behalve … Willibrord: Een profeet wordt overal geëerd …↩︎
-
NBV: Hij kon daar geen enkel wonder doen … Of: Ook was hij daar niet bij machte enige kracht te doen, behalve voor een paar zwakkeren, die hij de handen oplegde en genas.↩︎
-
NBV: Hij stond verbaasd over↩︎
-
Of: gebrek aan vertrouwen voor apistia, liever dan ongeloof.↩︎