Marcus 16,1-8

 


….terwijl de zon opgaat

1
En toen het sabbath geweest was,
kochten Maria van Magdala en Maria (de moeder) van Jacobus en Salomé
specerijen om hem te gaan balsemen.
2
En zeer vroeg op de eerste dag van de sabbatsweek
komen zij bij de tombe,
terwijl de zon opgaat
3
En zij zeiden tot elkaar:
Wie zal voor ons de steen afwentelen,
uit de opening van het graf?
4
En opkijkend aanschouwen zij,
dat de steen teruggewenteld was.
Want hij was bepaald groot.
 
5
Toen ze het graf ingingen,
zagen ze ter rechterzijde een jongeman zitten,
gehuld in een wit gewaad.
6
En zij waren totaal ontzet.
Hij zegt hen evenwel:
Wees niet ontzet.
Jezus zoeken jullie, de gekruisigde uit Nazareth?
Hij is opgewekt,
hier is hij niet!
Zie, de plek waar zij hem gelegd hadden.
7
Maar, ga heen, zeg aan zijn leerlingen,
en ook aan Petrus,
dat hij jullie voorgaat naar Galilea.
Daar zullen jullie hem zien,
zoals hij jullie gezegd heeft.
 
8
En zij gingen er uit en vluchtten van het graf weg,
want ze waren in shock, buiten zinnen.
En niemand zeiden zij iets,
want zij vreesden.
Scroll naar boven