2 Korintiërs 6,1-10

 


te groot voor het geluk alleen

II Korintiers 5:20 — 6: 10

20
Vanwege Christus zijn wij dus gemachtigd,
alsof God door ons dringend laat vragen:
wij bidden vanwege Christus,
laat u met God verzoenen:
21
Die geen zonde gekend heeft,
is vanwege ons
tot zonde gemaakt,
opdat wij zouden worden
tot gerechtigheid van God in hem.
 
1
En even dringend vragen wij als medewerkers,
dat jullie de genade van God
niet voor niets ontvangen. —
2
want hij zegt:
´Ter juister tijd heb ik jullie verhoord,
op de dag van het heil ben ik jullie te hulp gekomen.´
Zie, nu is het de juiste, de welgevallige tijd,
zie, nu is het de dag van het heil. —
3
Door niemand in iets enige aanstoot te geven,
4
opdat de dienst niet versmaad wordt,
maar zichzelf in alles aan te bevelen
als dienaren van God.
in veel volharding
in verdrukkingen,
in noden,
in benauwdheden,
5
in geseling,
in gevangenschappen
in oproeren,
in moeiten,
in slapeloosheid,
in vasten,
6
in onthouding,
in kennis,
in geduld,
in mildheid,
in heilige Geest,
in ongeveinsde liefde,
7
in woorden van waarheid,
in kracht van God.
Door middel van de wapens van de gerechtigheid
ter rechter– en ter linkerzijde,
8
door eer en oneer,
door kwaad — en goed gerucht,
9
als misleiders én waarheidlievend,
als onbekenden én ten volle gekend,
als stervenden en zie wij leven,
10
als getuchtigden, maar niet ten dode,
als pijn lijdenden en toch altijd zich verheugend,
als armen en toch velen rijk makend,
als niets hebbenden en toch alles bezittend.
 
Scroll naar boven