Matteüs 3,13-17

 


13 Toen trad Jezus op,

vanuit Galilea

naar de Jordaan

tot Johannes,

om door hem gedoopt te worden.

14 Maar Johannes hield hem tegen,

met de woorden:

“Ik heb het nodig door jou gedoopt te worden,

en jij komt tot mij?”

15 Maar Jezus antwoordde en zei tegen hem:

“Laat nu af,

zo immers past het ons alle gerechtigheid te vervullen”

— toen liet hij hem gaan.

16 Toen Jezus dan was gedoopt,

ging hij gelijk op uit het water,

en zie!

open gingen de hemelen voor hem

en hij zag geest van God,

neerdalend als een duif,

en die kwam op hem toe;

17 en zie!

een stem uit de hemelen

die zei:

“Deze is mijn zoon,

de beminde,

in wie ik mijn welbehagen heb.”

Scroll naar boven