Matteüs 24,32-44

 


Oproep tot waakzaamheid.

32
Leer van de vijgenboom deze gelijkenis:
wanneer zijn tak zacht wordt en de bladeren doet uitspruiten, weten jullie dat de =zomer dichtbij is.
33
Zo ook jullie,
wanneer jullie dat alles zien,
weten dat het nabij is, voor de deur (staat).
34
Zeker is het, zeg ik jullie
dat deze generatie niet voorbij gaat
voordat dit alles gebeurt.
35
De hemel en de aarde zullen voorbijgaan,
mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan.
36
Over die dag en dat uur weet niemand (iets),
noch de engelen van de hemel, noch de zoon,
alleen de vader.
37
Want zoals met de dagen van Noach,
zo zal het ook met de komst van de zoon van de mensen zijn,
38
want zoals zij in de dagen
voor de vloed
aten en dronken1,
zoals zij huwden en ten huwelijk gaven,
tot op de dag dat Noach in de ark ging,
39
en zoals zij niets bemerkten,
totdat de vloed kwam en allen wegrukte,
zo zal het ook zijn
bij de komst van de zoon van de mensen.
40
Dan zullen er twee op het veld zijn,
een wordt meegenomen,
een wordt achtergelaten;
41
twee (vrouwen) malen met de molen,
een wordt meegenomen, een wordt achtergelaten.
42
Wees daarom waakzaam,
want jullie weten niet
wanneer jullie heer komt.
43
Realiseer2 je dit:
indien de heer van het huis wist
in welke wake de dief zou komen,
dan zou hij wakker zijn en
niet hebben toegelaten dat in zijn huis werd ingebroken.
44
Daarom, weest ook jullie bereid;
want op een uur waarvan jullie het niet denken,
zal de zoon van de mensen komen.
 

Noten

  1. Schitterend, maar vrij, in de vertaling van Oussoren: bleven kluiven en fuiven↩︎

  2. in het Grieks hetzelfde werkwoord als dat, wat in vers 39 met ‘bemerken’ vertaald is↩︎

Scroll naar boven